Ga direct naar de inhoud.

Een kwestie van mentaliteit

Zo herinner ik me die 3e april nog goed. Het was prachtig weer, alle duiven waren los, behalve die van ons en de streek rondom Best. Er was ‘vogelpest’ en daarom gold een vervoersverbod. Wat het betekent een uur voor het inmanden van de eerste vlucht te moeten horen dat je vijf weken niet kunt spelen begrijp je pas als je het aan den lijve ondervonden hebt. Die gedegen voorbereiding, jaarlingen die je uit moet testen, ineens is het niet meer van belang.

Die eindeloze reeks lossingen van zelfs buren maakte het leed alleen maar groter.
De liefhebbers zaten in zak en as, wilden of konden het niet geloven.
Men zocht naar logica maar die was niet te vinden. Wrang was vooral dat mensen (Belgen) uit dezelfde straat soms wel speelden om nog maar te zwijgen over de duizenden duiven die wekelijks bijeenkwamen op de duivenmarkten in Lier en Mol en vervolgens weer verspreid naar alle uithoeken van het land. Dat zouden besmettingshaarden zonder weerga zijn zou je zeggen om over die overvliegende duiven maar helemaal te zwijgen.

KOMPASSIE
Ik herinner me nog de spoedvergadering.
Bijna allemaal waren ze er maar er werd weinig gezegd. De meeste zaten er geslagen bij. De een voelde zich gepakt, de ander in de steek gelaten. Door de Afdeling, de NPO, de dierenartsen, het ministerie van landbouw, door alles en iedereen. Niemand was een beetje uitleg komen geven of had zelfs maar een poging gedaan het onverdedigbare te verdedigen.

Een tafelgenoot had vooral ‘kompassie’ met mij want ik was het grootste slachtoffer vond hij.
Ik voelde me gevleid maar hij had geen gelijk. Het was voor allemààl weinig minder dan een ramp.
- Voor gepensioneerden voor wie duiven zo veel betekenen en daar zo mee bezig zijn.
- Voor die jonge gast die pas met duiven begonnen was.
- Voor die mannen die heel hun leven in Belgie hadden gespeeld en de overstap hadden gemaakt naar ‘De Nederlandse Bond’ omdat ‘die mooier spel bood’.
Iedereen was de sigaar.

LEEDVERMAAK
Bij sommigen ontstond een gevoel van opstandigheid.
‘ Als de buurman die toevallig in Belgie speelt met zijn duiven in een mandje langs mijn huis kan fietsen mag ik er ook mee op straat’ zei er een.
Hoe individualistisch de sport is merkten we ook aan de reacties van sommige streekgenoten.
Die hadden leedvermaak omdat enkele kampioenen buitenspel waren gezet.
‘ Daar had men geen last meer van.’
Dat Belgen die lid zijn van de NPO des duivels waren spreekt voor zich.
‘ Drugdealers laten ze in Holland gaan als ergens een komma verkeerd staat maar
onschuldige duivenliefhebbers worden gepakt’ werd luidkeels geroepen.
Want de situatie die te zot voor woorden was had ook te maken een mentaliteitsverschil.
Duivensport neemt in de Belgische samenleving (nog) een voorname plaats in en loopt er (nog) door alle geledingen van de samenleving.

DUIVENGEK
Omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan was ik met sportgenoten een pint gaan pakken in ‘De plezante melker’ toen daar ingemand werd. Een voor een stroomden de melkers binnen want duivengek Vlaanderen is in april in de ban van de voorjaarsvluchten uit Quievrain.
Mijn maten (ze hadden nog nooit zoiets gezien) keken de ogen uit.
In het broeierig cafe heerste een sfeer die niet meer van deze tijd leek.
Terwijl de duivenmelkers hun mandjes (12-vaksmanden waren op de vingers van een hand te tellen) geduldig aanschoven schonk de madam aan de toog eindeloze rijen pinten in waarna ze wachtte op de volgende tournee.

Opvallend was het gemêleerde gezelschap. De een droeg een kort grijs jasje zoals je die in oude films ziet, de ander miste enkele tanden, de volgende een compleet ondergebit. Er waren ook jonge gasten bij met veelkleurige stropdas en omgeven door een wolk dure parfum.

Maar ongecompliceerde gozers waren het allemaal, mensen die onder immer dikker wordende sigarettenrook beurtelings fluisterden en luidop schreeuwden in dat onvervalste en dus voor mijn vrienden onverstaanbare Vlaams. We waren niet ver van huis maar wel in een andere wereld waar mensen van alle rangen en standen elkaar vonden door die onverklaarbare magie die duivensport heet.
‘ Drie filters’ riep ik tegen de madam aan de toog.
‘ Ik kom er aan’ riep ze terwijl ze hard weg liep.
Mismoedig keken we toe.
Waarom zij wel? Mijn humeur werd al even zwart als de koffie die we kregen.

HELEMAAL ANDERS
Overigens is mensen kijken ook interessant.
De een zat met iets tussen de lippen wat ooit een sjekkie moet zijn geweest, een ander stak beheerst een dure sigaar op. De liefhebbers leken een familie en het moet gezegd ik kom daar graag. Ik versta het dialect en voel me thuis tussen die zorgeloze levensgenieters die overal de tijd voor nemen. Termen als de gazet, den ijzeren weg, de keef, nonkel Sus en de gendarmerie daar geniet ik van.

Vergeelde duivenfoto's en bruingeroeste bekers geven de indruk dat de tijd er heeft stil gestaan. Was duivensport vroeger een middel om de armoede te ontvluchten, de welvaart heeft niet kunnen verhinderen dat die in Belgie in vele negorijen nog ongekend populair is.
De madam die koffie schenkt: ‘ Iedereen heeft wel iemand in de familie die duiven heeft. Al is het maar nen nonkel of kozijn (oom en neef)’

LIEFDE
Duivensport mag dan ook hier voor een elitegroep keiharde business zijn geworden, voor anderen is het nog bijna folklore.
De sport van de hesp (ham) en de taart. Van de vroegmis voor de duivenmelkers en de pastoor die zijn preek afrafelt omdat de duiven los zijn.
‘ In Belgie kan allemaal zo veel meer’ beweerde Drs. v d Sluis destijds daarmee doelend op het feit dat paramyxo er geen reden was om een vliegverbod in te stellen.
Misschien was het ook omdat elkeen wel iemand in de familie heeft die met duiven speelt zoals de madam aan de toog zei. Tot achter de bureaus in Brussel toe.

NIET AL GOUD
Begrijpelijk dat de sympathie van de clubgenoten in deze zwarte dagen uitging naar Belgie.
‘ Daar waren het niet zulke zeikerds en daar moest je van duivensport afblijven.’
De mogelijkheden tot spel zijn er bijna onbeperkt. Elk weekend een vlucht uit Quievrain, een uit Noyon en een Halve fondvlucht waar vanaf mei ook nog eens jonge duiven en fondvluchten bij komen.

Toegegeven, misschien te veel van het goede, het verklaart ook uitslagen met enkele tientallen prijsduiven en de dure vrachtprijs maar Belgen willen zelf bepalen wat ze spelen, wanneer ze spelen en ook opleren.
Dat laatste kan in sommige ‘maatschappijen’ bijna dagelijks.
De Belg koestert zijn eigen huis, zijn pint en zijn vrijheid.

TOT SLOT
Ik wens U alleen een goed seizoen en geniet er van. Met duiven spelen is immers niet zo vanzelfsprekend als lijkt.
Dat weet na de MKZ crisis inmiddels heel Nederland.
Ons bestand kalft elk jaar verder af maar vergeleken met veel landen waar de dichtstbijzijnde sportgenoot 20 kilometer of nog veel verder van je vandaan kan wonen is het hier een paradijs.

Zo lang het duurt tenminste.