Ga direct naar de inhoud.

Animal farm (10-02-2021)

‘Alle mensen zijn gelijk, maar de een is meer gelijk dan ander’ is een iconische zin uit ‘Animal Farm’ van Orwell. Mensen zijn mensen maar hij constateerde een alsmaar groter wordende ongelijkheid. En in duivensport is het weinig anders. Want wat zie je als je om je heen kijkt?

 MEER, MEER, MEER

  1. Steeds meer, veelal jongere liefhebbers, kiezen duiven als beroep.
  2. Je ziet steeds meer prachtige hokinstallaties, ook van buitenlanders, waarop meerdere verzorgers actief zijn.
  3. Steeds meer liefhebbers proberen successen af te dwingen met de massa.
  4. Er gaat steeds meer geld om in de sport.Is dat alles negatief? Hoeft niet.
  1. Duiven als beroep? Moeten die mensen toch zelf weten. Dit is een vrij land en ze doen niemand kwaad.
  2. Van mooie hokken kan ik genieten.
  3. Mega-hokken? Ik zeg het vaker, die grote aantallen duiven die sommigen spelen zijn niet het echte probleem, wel het grote aantal GOEDE.

Vroeger, toen ze met veel duiven slecht speelden, hoorde je niets. Dat veranderde toen ze succesvol werden.  Met een inkorfbeperking kan je trouwens nog amper aan komen, dat had men 50 jaar geleden moeten doen. De NPO, bevreesd als die is voor mensen die mogelijk met vele honderden duiven gaan spelen, deed wel een voorzet. Maximum 250 jongen en 150 oude. Toen hij dit hoorde zakte bij Bosua, zoals hij zegt, de broek af. Dat vindt hij geen beperking. Zijn hokken staan nu leeg.  

Overigens is niet iedereen negatief over die mensen die zo veel duiven spelen. Het motiveert sommigen zelfs. Ze vinden het een uitdaging tegen ze te spelen.

 DOMINANTIE

Het lukt ons jaarlijks meerdere malen een hoog prijspercentage te scoren van 100% of weinig minder.  Vooral ‘duivenweer’ (helder, warm, tegenwind) leidt tot grote verschillen. Toen weer eens zo’n super uitslag gemaakt werd wenste voorzitter Roger Geysen ons proficiat maar wees tegelijk op de velen die helemaal niet op de uitslag stonden, die dus geen prijs hadden. Wat hij bedoelde is duidelijk. Te vaak niet op de uitslag, zich bij voorbaat kansloos wanen, doet mensen afhaken. Gebeurt dat te vaak dan kunnen de overblijvers, de kampioenen dus, verworden tot Koningen zonder koninkrijk. De ‘profs’ zouden moeten beseffen dat het een kwestie is van eigenbelang dat die mensen niet afhaken.    

 GELD
Toen voor een duif van Willy Daniels 400.000 euro werd betaald waren velen vol ongeloof. Ik ook. Maar er was een zekerheid, zo schreef ik: ‘Dit was de limiet. Gekker zou het niet meer worden.’ In 2020 werd voor een enkele duif vier maal zo veel betaald. Een miljoen voor een totaal hok vond men tot voor kort waanzin. G vd W verkocht zijn duiven voor bijna 10 maal zo veel. En er werd een half miljoen betaald voor een ronde zomerjongen van Nederlandse W de Br. Voor jongen die nog nooit mand zagen.

Vroeger werd er ook over veel geld gepraat en geschreven. Maar dat gold de  enorme bedragen die op de vluchten werden verdiend. Of over het vele geld dat de Janssens ‘durfden’ vragen voor een pieper. Het paradoxale is dat in een tijd dat nog amper gepould wordt, dus met vliegen amper iets te verdienen, zo veel betaald wordt voor duiven.

 HANDEL    
In duivensport van nu draait veel om handel, waarin (mode) namen steeds belangrijker werden/worden. Het gevolg is dat voor bepaalde duiven bedragen worden betaald die het niveau van de belachelijkheid verre overschrijden. Door geslepen propaganda kan het gebeuren dat in sommige landen hele volksstammen staan aan te schuiven voor duiven (‘rassen’ of ‘soort’), die niets voorstellen als het op presteren aan komt.

Meer handel betekent ook dat meer mensen functioneren als tussenpersoon, agent, makelaar of beheerder van een verkoopsite. Weinig mis mee, integendeel. Die mensen, de meer gewetensvolle, kunnen voor liefhebbers een baken zijn, een soort garantie.  

 ZELF

Met duiven kopen en verkopen is dus weinig mis. Ik doe het zelf ook. Kan ook amper geloven dat mensen stoppen vanwege die peperdure duiven zoals vaak wordt beweerd, integendeel. Misschien zouden die peperdure duiven voor sommigen wel eens aanleiding kunnen zijn om met duiven te beginnen. Wat velen frustreert met die zogenaamde ‘mega-hokken’ is de onterechte aandacht die sommigen krijgen. En mensen die die aandacht verdienen krijgen ze niet. Want volslagen onbekende liefhebbers die verhoudingsgewijs veel beter doen dan veel ‘groten?’ Er zijn er volop.

 Ze zijn onbekend omdat ze geen bevriende relaties hebben binnen de media, met weinig duiven spelen, alleen maar vitesse of omdat men niet aan ze kan verdienen.

 Hoewel dient gezegd dat vitesse spelers de laatste jaren meer het respect krijgen dat ze verdienen.

 MEDIA 
Vooral de media kunnen een reddingsboei zijn voor duivensport. Streekkrantjes kunnen een opbouwende functie hebben door aandacht te schenken aan de sport en ook de ‘duivensportmedia’ zelf. -Door de kleinere liefhebbers met prima uitslagen te geven wat ze toekomt. -Door geen uitslagen te publiceren waarin niet staat vermeld hoeveel duiven er vlogen, hoeveel duiven de liefhebber in kwestie mee had en hoeveel er prijs wonnen.  

-Door expliciet te vermelden als prijzen 1 op 2 werden gewonnen.

Over de media in het buitenland zullen we het maar niet hebben.

Redacties weten heel goed dat bepaalde adverteerders misleiden en liegen. Maar als ze die weigeren lopen ze inkomsten mis en graven ze aan de wortels van hun eigen bestaan. Want geloof me, liefhebbers van hier, die sportief totaal niets voorstellen, presenteren zich daar, middels advertenties, als toppers. Ook hebben weinig buitenlanders oog voor de aantallen duiven waarmee sommigen hier spelen. Ze hebben hun duivenkennis meestal uit advertenties en dan weet men het wel. En over die vele duiven gesproken:

  Je zou je af kunnen vragen of sommigen hier ook met zo veel duiven zouden spelen als er geen Chinezen waren.

 NIETS TE ZOEKEN?
Nu geld zo’n grote rol is gaan spelen stellen sommigen zich de vraag of ze in duivensport nog wel iets te zoeken hebben.  Toch wel hoor. Voorbeelden genoeg van liefhebbers die groot zijn geworden zonder te investeren. Hebben superstars als Willy Daniels en Albert Derwa zich kampioen gekocht? Nee toch. Toch zijn beide Internationale top. Vanwege wat meer talent en nuchterheid zeker? ‘Wie niet sterk is moet slim zijn’, zo luidt het. Dat geldt dus ook voor mensen die in duivenport weinig te besteden hebben.

Wat spelen betreft zouden velen er ook goed aan doen te luisteren naar generatie genoten als Verbree, Roodhooft, De Bruijn. Allemaal 70-ers, columnisten ook, met zo veel ervaring dat zelfs veel groten er van kunnen leren. Samengevat: Veel duiven, grote hokken, dure duiven? Beschouw ze als een uitdaging. Zoek er voldoening in ze te kloppen. Dat het kan hebben velen al bewezen.