Ga direct naar de inhoud.

Niet nodig (02-11-22)

Niet nodig

‘De een heeft ‘het’ en de ander leert het nooit’ hoor je wel eens. Verkerk en Huismans zijn Nederlanders die ‘het’ hebben. Bijna vanaf hun start presteerden ze soms buitenaards en wat zo typerend was? Voor beide was het jonge duivenspel aanvankelijk hun Achillespees. ’Was’ dus want het duurde niet lang of ook in deze discipline blonken ze uit.
Na weer eens een succesvolle jonge duivenvlucht kon je over Bas lezen dat hij niet met zijn jongen ‘reed’. Daarmee zit hij op een lijn met zijn eveneens succesvolle buurman/jonge duiven specialist.

GEEN REDEN
Je hoort liefhebbers wel eens beweren dat ze overwegen te stoppen omdat ze vinden dat ze in deze sport toch niets te zoeken hebben.
En dan beginnen ze bijvoorbeeld over ‘rijden’. Want om meermaals per week met de tegenwoordige drukte op stap te gaan, zoals zou moeten? Geen denken aan.    
Dat (vele) rijden is echter GEEN noodzaak om uit te blinken bewijzen Bas en anderen.
Maar… dan moet er wel aan enkele voorwaarden worden voldaan.
De jongen moeten ervaring hebben, voor de vluchten goed getraind zijn, en in goede conditie wat zich manifesteert door uitbundig trainen aan huis. M B leerde middels GPS ringen dat  jongen in vorm tot 100 km van huis weg trekken. Amper te geloven, maar waarom zou hij liegen? En waarom zou je met zulke duiven veelvuldig rijden?

WACHTEN
Maar liefhebbers verliezen meer tijd, moeite en geld aan nutteloze zaken.
Zelf heb ik, zoals velen, in de loop der jaren steeds meer nutteloze ballast laten vallen. Zoals Andre Roodhooft. Die neemt het ook makkelijker, maar speelt nog even voortreffelijk als ooit. Zo was hij in vroeger jaren  een fanatiek gebruiker van thee. Ik bedoel voor zijn duiven.
Hij geloofde er heilig in maar tijden veranderden en ik meen dat hij nu zelfs een ‘disbeliever’ is, iemand die er niet in gelooft.
Enkele van mijn vele zwakheden zijn slordigheid en luiheid. Mogelijk zetten die mij er toe aan altijd te streven naar zo goed mogelijk spelen met zo weinig mogelijk inspanningen. Dat is me redelijk gelukt.
Ik was wel niet zò jong zò goed als Verkerk en Huismans, maar toch al kampioen van de club als tiener, in 2012 (vooral ook dankzij Roger) Kampioen j d in Union Antwerpen en ZAV en dit jaar (2022) ‘Koning’ in ZAV. Kennelijk doen we dus dingen toch wel goed ondanks dat streven ‘met zo weinig mogelijk moeite zo goed mogelijk spelen’.

INEENS
Verduistert tegenwoordig bijna iedereen, ik begon er mee een jaar of tien voordat het in België in zwang kwam.
Natuurlijk werden in de beginjaren fouten gemaakt en leerde ik elk jaar bij. Neem bijvoorbeeld het opheffen van die verduistering ’s morgens. Ik moest tegen 9.00 uur  naar mijn werk en met duiven was dat stressen.
Tot die tijd (ongeveer!) moest immers verduisterd worden. 
Mijn gevoel zei dat ik die verduistering niet van het ene moment naar het andere op kon heffen. Dat moest geleidelijk gebeuren zoals het ook elke dag geleidelijk licht wordt. Maar moesten de jongen ’s morgens dan niet trainen? 
Ik dus aan het uitproberen en weet je waar dat eindigde?
Meteen na het opheffen van de verduistering de uitvlieg ramen open en trainen!  Zodus, van in het donker ineens de lucht in.
Geen enkel probleem, zo ondervond ik.

LAPPEN
In juni, als verduisteren niet meer nodig was, deed ik er ooit een week over die geleidelijk op te heffen. Later gebeurde dat bruusk van de ene dag op de andere.
Ongeveer hetzelfde bij ‘lappen’. Vroeger werd voorgehouden dat je best even wacht alvorens ze los te laten als op de losplaats.
Je zou de duiven even tijd moeten geven om te wennen aan het licht en om hun ‘oriënteringsvizier’ bij te laten stellen.
Ik heb dat ook gedaan. De manden uitgeladen en dan gewacht. Maar ook die tijd is voorbij. Nu worden op de plaats van bestemming de manden meteen uit de auto  gepakt en geopend. Opnieuw: Geen probleem, zo leerde ik.   

HULP IN RUITIJD
Hier ga ik kort in zijn, want ik schreef er eerder over. Heb ik ooit wel eens lijnzaad gekocht, ook muitzaad en thee om duiven in de ruitijd te ondersteunen, daar ben ik al vele jaren vanaf gestapt.
Doe helemaal niets meer ‘voor een betere rui’. Hoe ik over ruimengeling denk is de lezer van deze rubriek bekend. Sedochol mag, maar dan liever in kleine kuurtjes dan  een dag per week zoals sommigen doen.
Of je er een prijs meer om zal winnen, durf ik echter niet zeggen.  
De rui is een natuurlijk proces in gang gezet door korter wordende dagen en daarbij kunnen gezonde duiven zonder hulp. 

KUREN 
Bij een dierenarts kom ik hoegenaamd nooit. ‘Hoegenaamd’ omdat je zo’n man ooit nodig kan hebben, al ben je nog zo gekant tegen het toedienen van antibiotica aan gezonde wezens. Ik denk daarbij aan 2011; paratyfus.  
Daarmee had ik ooit drie keer problemen en drie keer ging dat gepaard met geel, coccidiose en/of wormen. Zelfs de gevreesde haarwormen. Van (haar)wormen kom je nooit meer af zonder ingrijpen.
Dat kuren deed ik ooit verkeerd. Pas met de volgende beginnen als de ene achter de rug was. Kennelijk had ik bij mijn moeder thuis niet opgelet.
Die moest veel medicijnen slikken en dat deed ze, met bijna een handvol tegelijk.
Waarom zou dat met duiven niet kunnen? Waarom zou je die een dag langer dan nodig met pakweg wormen laten zitten? Als er de bewezen noodzaak is tot meerdere kuren doe je desnoods de ene kuur via het drinkwater, de andere over het voer.
Aldus sta je geen maand te kuren maar een week max.  

EN VERDER 
Ook heb ik heel wat tijd bespaard door het niet nauw te nemen met hokken schoon maken. Altijd wel gebruikte ik een of andere bodembedekker. Mogelijk hadden die zelfs een positieve uitwerking op het hok klimaat en daarmee op de vorm. Ben trouwens op hokken geweest van zelfs de grootste kampioenen waar ook niet gepoetst werd en de duiven op stro zaten, of ‘vloerdek korrels’ of gebroken mais, of zoals bij v d Pasch, op zand. Al moet gezegd, een hok dat piekfijn onderhouden is,  geeft een veel betere indruk. Een mooi en zuiver hok veronderstelt klasse en die veronderstel je vervolgens bij de duiven die er op zitten. Dat verkoopt beter. 

BADZOUT
Is
aan mijn duiven niet besteed en ook maak ik minder werk van het voor lichten bij winterkweek. Doe ik alleen nog bij de doffers. Dat dat volstaat weten inmiddels velen.