Ga direct naar de inhoud.

Tegenstrijdig (11-03-22)

Veel tegenstrijdigs.   

Of ik wel serieus ben als ik de draak steek met benamingen voor duivenvoer en termen als ‘rui’, ‘zuivering’, ‘kweek’ enzovoorts in twijfel trek. Dat ben ik zeker. Ook U zou niet minder sceptisch worden bij het zien van met name zo veel totaal verschillende samenstellingen die allemaal ‘rui’ als predicaat hebben.

GOED TE WETEN
Zelf geef ik een heel jaar door dezelfde samenstelling. Geleerd van Klak.
Dat de prestaties er zijn, heeft als bijkomende wetenschap dat het niet aan het voer ligt als de prestaties minder mochten worden.
Dan moet ik het elders zoeken, bij het hok, de kwaliteit van de duiven of, misschien wel, het ouder worden van de baas. Want, geloof me, ook de vitaliteit van de melker heeft invloed op het presteren van de duiven. Heel wat hokken zouden heel wat beter presteren met een 20 jaar jongere baas. 
Kortom, die woorden die je vaak in advertenties ziet moet je niet te letterlijk nemen. Wat overigens geldt voor taalgebruik in het algemeen.
Over Cruyff las ik eens:
'De tovenaar trof eerst het houtwerk en joeg daarna het leder alsnog in de touwen.'  
Niks geen tovenaar, niks geen hout, niks geen leder en niks geen touw.  
Cruyff was een gewoon mens, hij trof niet het hout maar het aluminium, hij schopte niet tegen het leder maar het polyester. Met die polyesterbal trof hij niet het touw maar het plastic! Dàt was de werkelijkheid.
'Ballen die tegen het latwerk uiteenspatten' leest lekker en ook geen probleem. Dat mag en wordt pas zorgwekkend als benamingen zo misleidend zijn dat je er schade van ondervindt. In duivensport is dat soms het geval helaas.

GEEN PROBLEEM
Bij sommige merken zijn de leveranciers zo vriendelijk tot op tienden van procenten aan te geven wat er allemaal in zit. Alsof liefhebbers dienaangaande kundig zijn. Andre Roodhooft schreef ooit totaal geen verstand te hebben van eiwitten, koolhydraten en meer van dat.
Hier is er nog zo een. 3,5 % Van dit of 5% van dat? Grote kampioenen als Klak, v d Wouwer, M Wouters, Roger Buvens letten nooit op zulke percentages. Ze hebben/hadden er even weinig verstand van als ik. Waarop ze wel letten was de prijs. Ik ben er ook zo een, beetje zuinig dus, en zal nooit iets kopen dat nodeloos duur is. Zelfs (of zeker) niet als het voor duiven is.  
‘Voor mij een zak dieet’, hoorde ik iemand bij de voerboer. ‘En doe mij maar super dieet’, zei een ander. Zou de prijs niet het enige verschil zijn?  
Op enkele procenten min of meer van dit of dat komt het echt niet, beste lezers. Zelfs niet op enkele graansoorten. Lang geleden had ik een bijzonder goede duivin die na het trainen altijd als laatste binnen kwam.
Wat gebeurde als die wilde eten laat zich raden. Mais stond nooit op het menu. Daar waren de hokgenoten mee weg. Toch vloog ze enorm.  

JUNIOR
'Junior' zou goed voer voor jongen zijn, de benaming duidt daar ook op.
Weet niet hoe het nu is, maar toen ik er ooit in trapte, was dat een mengeling met redelijk wat erwten en zonder mais.  
Voor zover mij bekend was er niemand die met jongen hard speelde met dat zogenaamde 'Junior', ook 'Luikse mengeling' genaamd. Veel erwten is aangewezen om duiven te krijgen met blauw vlees die van de vluchten hun kat sturen.

GERST
Als er een graansoort omstreden is, ook onder de kampioenen, dan is het gerst. ‘Vergif’ zegt de een, een kampioen als Dirk van Dijck zweert er bij. Die durft het een maand aan een stuk geven. Dat het licht verteerbaar is, duiven er niet van aan  vetten, de lust tot paren verminderen zijn misverstanden.
Heb al moddervette duiven gezien die alleen gerst kregen. Ook duivinnen die legden als hennen. Overigens lees je er wel veel goeds over.  

ONBEGRIJPELIJK
Constateer je wat betreft voeren veel tegenstrijdigheden, wat betreft de behoeftes van een duif sta je soms voor raadsels.
Zo zie je soms dat die het op hun heupen krijgen en gaan pikken en trekken aan al wat los en vast zit. Vooral het zand in de tuin lijkt een delicatesse.
Ik ken dat ook. Als ik ze los laat kiezen ze niet het luchtruim maar spoeden ze zich zo snel mogelijk onder het hok. Daar 'komt' geen zon, er groeit niets, maar juist daar stillen ze hun honger naar… Ja naar wat?
Omdat de grond er zuur is hoorde ik ooit. Wat je ook ziet bij verwilderde duiven op stadspleinen. Die scharrelen ook op plaatsen waar geen zon komt en opgeschoten jongelui of dronkaards urineren.
Ook Klak had ooit dat probleem. Twee dierenartsen hadden hem verteld dat zulke duiven een te kort aan mineralen hadden. Hij gaf meerdere soorten piksteen, mixen, mineralenpoeders, elektrolyten enzovoorts, niets hielp.
Er zal zeker sprake zijn van een tekort. Maar mineralen?  Hmm. Klak wist het niet, ik al helemaal niet.

KLOPT NIETS VAN
Iemand die zich een beginneling noemt was in de war geraakt door een artikel over hokken waarin hij had gelezen dat per kubieke meter slechts twee duiven mochten  zitten. De schrijver moet heel ver van duivensport af staan, want daar klopt niets van.
Het zou willen zeggen dat op een hok van twee bij twee bij twee niet meer dan zestien duiven horen.
Vroeger ooit op de oude hokken van Bas Verkerk geweest? Of die van Cees Everling? Daarop zaten er drie keer zo veel. Of meer.   

ANECDOTE
Met een vermaard  'jonge duivenspecialist' was ik eens op bezoek bij een befaamd liefhebber in Antwerpen. Een man die enorm speelt behalve... met jonge duiven. Hij wist dat wij met jongen wel uit de voeten kunnen en daarom had hij ons uitgenodigd om te praten en vooral naar diens hokken kijken. Schitterende hokken, zo moet gezegd, maar hij had er nog nooit goed op kunnen spelen.
'En ze zitten toch dun genoeg en hebben volop lucht', jammerde de Antwerpenaar vertwijfeld. Dat kon je wel zeggen. Op een hok van zo’n 5 x bij 2.5 meter zaten amper 20 jongen, zo bang als de pest (hoe kan het anders op zo’n groot hok) maar ze oogden wel gezond.
De man heeft zo’n grote naam dat we het lef niet hadden hem de les te lezen maar op de thuisreis dachten we beiden hetzelfde:
‘Duiven die zo dun zitten’ was juist zijn probleem. Op zo’n groot hok met daarop zo weinig jongen is geen sfeer, geen naijver, geen strijd om een eigen territorium.
Liefhebbers voor houden niet meer dan twee duiven per kubieke meter op een hok te zetten doen alleen 'kenners' die zelf niet met duiven spelen!
Ik zei dat de duiven wel gezond oogden.
En toch niet goed spelen? ‘Duiven die gezond ogen is in hedendaagse duivensport  niet genoeg’, zei ik. Of hij het ook begreep? Hmm. Weet niet.