Ga direct naar de inhoud.

Wat verschil kan maken (11-03-22)

Ik was verreweg de jongste kroegloper in mijn geboortedorp. Tenminste op  zondagen dat met duiven gespeeld werd. In het zuiden van Nederland waren, evenals in België, duivenclubs thuis in lokale cafés. En het was mijn taak na elke vlucht de klok weg te brengen.
Dat begon toen ik een jaar of twaalf was. Waarom mijn vader niet? Die had dezelfde vervelende gewoonte als de meeste liefhebbers in die tijd. Als goed gespeeld was bleef hij hangen en kwam erg laat, en niet al te fris, thuis. En probleem was dat bijna wekelijks goed gespeeld werd. Dus mijn moeder stond voor de keus: Of op zondagen alleen zitten en dan een zatte vent thuis krijgen, of haar zoontje van twaalf ‘op café’ sturen. Ze koos voor het laatste.

 ‘OP CAFE’
De gang naar het café werd te voet gemaakt, die duivenklok was namelijk een grote vierkante houten donkerbruine kast. Op de fiets niet om te doen. Maar dat had ik er graag voor over. Ik was bezeten van duiven en met open mond luisterde ik naar de melkers met hun verhalen. En naarmate het later werd en de rook meer te snijden werden die sterker en sterker. Mensen die uitzonderlijk gepresteerd hadden waren omringd door club genoten, vissend naar een geheim. Want gewichtig doen, pochen met een geheim na goed spel, zo waren de meeste.

 TRUCKJES     
Vooral truckjes die duiven beter zouden doen presteren waren vaak gespreksonderwerp. Thuis schreef ik soms op wat ik gehoord had, want ambitie om te presteren had ik toen al.  
De meeste ‘truckjes’ waren gebaseerd op jaloezie en het territorium van de duif.
Ik heb er talloze uit geprobeerd. Tot en met het plaatsen van een spiegel in de broedbak. De duif werd verondersteld met een indringer te doen te hebben, woest te worden op zijn tegenbeeld, maar niets was minder waar.
Het gebeurde zelfs dat die angstig van het nest vloog. Ik heb steentjes en insecten in kunststof eieren gedaan zodat de broedende duif ‘het idee zou krijgen’ dat er een jong in zat. Allemaal vergeefse moeite. Een andere duif half bak zetten heb ik ook geprobeerd. Dat deed, zo meen ik, wel iets. Op voorwaarde dat het werd opgebouwd, zo iets moest je niet vlak voor inmanden doen.

Motivatieschabje

 MISSCHIEN
Wat ook werkte, tenminste bij mij? Bij broedende jonge duiven extra eieren onder schuiven. Bijvoorbeeld op maandag een en vervolgens elke dag weer een.  Ik geloof daarin omdat ik kan spreken uit ervaring. In 2014 hadden we een vlucht uit Orleans met beukende tegenwind. Te zwaar voor jonge duiven vond iedereen.
De 14-684 een duivin op zes eieren won de 1e tegen 2.158 duiven.
In 2018 vloog de ‘704’ ook Orleans op een nest vol eieren, evenals de 684 als eerstgetekende. Ze won de 6e tegen 7.008 duiven. Ten westen van mijn woonplaats zat in heel Zuid Nederland geen snellere. Overigens had de nestbroer, de 703, eerder die dag ook de 1e gewonnen van Morlincourt. Want ze moeten het natuurlijk ook kunnen. Of die duiven ook gewonnen zouden hebben zonder die schotel vol eieren? Mijn gevoel zegt nee.  

 TWEE PARTNERS  
Ik zelf deed het in 2006 met enkele duivinnen en het resultaat verbaasde me in hoge mate. Nu lees je het vaker, met name de fam. Stabel uit Goirle is er succesrijk mee.  Bedoeld wordt twee duivinnen koppelen aan èèn doffer. Betekent wel dat je dubbel zo veel duivinnen moet hebben als doffers. Eerst koppel je de ene ploeg duivinnen en de volgende ronde de andere. Dan nog zorgen dat ze niet van elkaar vervreemden.
Een enorm nadeel vind ik dat je er bij moet zijn na de vlucht om duivinnen beurtelings op te sluiten. Maar de bewijzen zijn er dat het spectaculair uit kan pakken.

JONGEN VERKLEINEN
Nestduiven presteren over het algemeen best ‘op jongen’. Probleem is dat die zo snel groeien en je dus maar kort kan profiteren. Dit is te  ondervangen door telkens kleinere jongen onder te schuiven. Wel zal je merken dat de ene duif de andere niet is. Sommige houd je totaal niet voor de gek, het lijkt wel of ze het ruiken als je hun jongen vervangt door andere. Bij andere lukt het soms om tot een maand achtereen met succes te spelen ‘op’ een jong dat telkens verkleind werd.  

 FONDDUIVEN LICHTEN
Van fond ken ik niets, heb er ook helemaal geen ervaring mee. Wel leerde ik in de loop der jaren dat goede fondduiven over het algemeen wat kleiner zijn. De Braakhuis duiven en die van Schellekens Riel waren forser, maar uitzonderingen, zo leek het. Nu is daar die heel goede ‘overnachtspeler’ die me een ‘geheim’ toe vertrouwde dat bij hem enorm werkt. Enkele weken voor de eerste fondvluchten begint hij ’s avonds bij te lichten.
De fondkampioen: ‘De duif stelt zijn biologische klok daarop in. Als het om pakweg 10.00 u ’s avonds donker wordt heeft een duif de neiging te gaan zitten. Als tenminste geen sprake is van sterke wind mee. Die aandrang is minder bij duiven die dan nog een uur bij gelicht werden. Die hebben de neiging nog even door te vliegen.    

 IDENTIEK
Jaloezie, ‘territorium drang’ zijn zowat de sleutel woorden voor mensen die zoeken naar extra  motivatie. Door een kleinigheid kan de vlam in de pan slaan. Bijvoorbeeld de terugkeer van een doffer die langere tijd verloren was. Een extra doffer op het hok, een extra schab of een gesloten bak open zetten.
Ik had twee afdelingen voor jongen naast elkaar, gescheiden door een tussendeur. Aan alle vier de kanten schabjes en zitplaatsen, op de bodem wegkruipbakjes, op beide afdelingen identiek. Ik twijfelde soms zelf op welk hok ik stond. Ik meende dat het met duiven niet anders zou zijn.
En dat merkte je als je een duif van de ene afdeling naar de andere verplaatste. Die wilde zich de plaats toe eigenen waarvan die ‘dacht’ dat het de zijne was, maar dat ‘dacht’ de duif ook die er thuis was. Het vervolg kan men raden.

 OOK DAT
Gust Christiaens zei het al: Jongen moet je bij voorkeur op de bodem laten nestelen. Duivinnen met elkaar vond hij helemaal ideaal. Roger Buvens is er nog zo een. Op zo’n hok met op de bodem broedende (jonge) duiven haal je een dag of vijf voor een belangrijke vlucht de voerbak weg.
Vlak bij de schotels met daarin broedende duiven zet je wat potjes neer waarin je voer doet voor al je duiven. De nestduiven zullen zich bij elke voorbeurt bedreigd voelen. En wat het voor sommige vogels betekent als ze vrezen dat hun nest bedreigd wordt weet de buurman. Die werd al joggend aangevallen door een buizerd.        

   

 Een geliefde stand