Ga direct naar de inhoud.

Niet eenvoudig

Het wordt onderhand weer tijd om aan de vliegploeg van volgend jaar te denken.

Met andere woorden, er moet geselecteerd worden en dat is verre van eenvoudig. Voornamelijk vanwege de schrik een goede op te ruimen.

 

OUDE DUIVEN

Duiven van 2 jaar (of ouder) selecteren is het simpelste. Dat moeten (heel) goede zijn of weg.

Die worden zelden beter en afstamming of schoonheid mogen geen rol spelen. Het resultaat en het resultaat alleen telt, al zal de lat door de ene liefhebber hoger gelegd worden dan de andere.

Zelf vind ik tweederde prijs winnen en minstens 50% per tiental een absoluut minimum voor een verder verblijf op het hok.

En wat als je zelfs zulke eerder matige duiven niet eens hebt?

Toch weg. Hou er desnoods een jaarling of jonge duif voor in de plaats.

 

JAARLINGEN

Jaarlingen ligt al iets moeilijker.

Vooral voor mensen die de zware fond spelen omdat typische fondduiven zich veelal trager ontwikkelen.

Er zijn maar heel weinig duiven die geschikt zijn voor 900 kilometer of verder die zich al als jaarling en zeker niet als jonge duif manifesteren.

Veel van die grote fondspelers in Nederland klokken hun jongen niet eens omdat die toch veel te laat komen.

Wat veel van deze fondduiven wel typeert is dat ze van moeilijke vluchten minder makkelijk verloren gaan.

Zelf maakte ik op 10 jaar 2 ware catastrofes mee: Een vlucht uit Homburg Duitsland en Pithiviers van 2007. Van die laatste vlucht ben ik nog amper bekomen.

Maar wat in beide gevallen typerend was?

Sportgenoten die de grote fond prefereren en op de halve fond geen papier raken kregen hun duiven die vluchten wel thuis.

Iets wat je meestal ziet bij concoursen die zeer slecht verlopen. De fondspelers krijgen hun duiven thuis.

Ook de slechte die bijna steeds te laat zijn gaan niet zo makkelijk verloren, let er maar eens op.

 

NIET STANDVASTIG

Verder is van (veel) jaarlingen bekend dat ze minder standvastig zijn.

De goede mogen blijven en de slechte moeten er uit, simpel.

Maar bij jaarlingen zijn de grenzen soms vaag.

Wat te doen met jaarlingen die 3 keer zeer vroeg waren en pakweg 7 keer misten?

Of met jaarlingen die zelden missen maar al even zelden 1 op 10 kunnen vliegen?

Er zijn liefhebbers die die duiven die zelden missen doorhouden.

"Daar kan je series mee winnen" beweren ze.

Bovendien zijn er onder dit soort die zich verbeteren.

Maar ik houd niet van prijsvliegers en ben met jaarlingen even rigoureus als met oude.

Duiven die een paar keer heel vroeg zijn maar nog vaker missen kunnen vertrekken.

Duiven die zelden of nooit missen maar geen kop vlogen eveneens.,

 

JONGE DUIVEN

Jonge duiven selecteren is het moeilijkst.

Zo kan het gebeuren dat geen enkele duif presteerde simpel omdat ze geen vorm hadden. Dat kan de grootste kampioen overkomen en dan heb je inderdaad een probleem. Omdat je voelt dat ze allemaal niet zo slecht kunnen zijn.

Best laat je ze uitruien en dan letten op afstamming, uiterlijk en vooral natuurlijke gezondheid. Vooral een goede balans (evenwichtig van bouw) en zachte pluimen zijn belangrijk.

 

OMGEKEERD

Het omgekeerde gebeurt ook. Jongen kunnen een jaar zo"n topvorm hebben dat ze zichzelf overtreffen.

Het lijkt wel of je niets dan goede gekweekt hebt.

Het slechtste wat je in zo"n geval kan doen is een hok bijzetten. Je hebt een luxe probleem maar dat neemt niet weg dat er geruimd moet worden.

Zelfs al zijn dat jongen zoals je er sommige jaren geen kweekte.

Je kan eventueel wat meer jongen doorhouden en wat meer oude ruimen, maar zoals gezegd bezondig je niet tot het uitbreiden van je kolonie. Blijf bij je "tal". Plaats geen hokken of bakken bij.

 

VERSCHILLEND

Je hoort en leest wel eens dat sommigen niet naar de prestaties kijken maar alleen maar letten op de afstamming als er gesorteerd moet worden.

Of, en dat vind ik al even fout, dat ze alleen maar op het uiterlijk letten.

"Prestaties als jonge duiven zeggen me niets" beweren ze.

Ik vind het erg gevaarlijk.

Alleen op de afstamming letten?

Duiven van de allerbeste afstamming geven ook meer slechte dan goede.

Als je een goede hebt garandeert niets je dat de broer of zus even begaafd is.

Daarom begrijp ik die mensen, vooral Chinezen, niet die fortuinen geven voor duiven alleen omdat de broer of zus een super is.

Met de broers en zusters van supers heb je meer kans maar ook niet meer dan dat.

Alleen op het uiterlijk letten bij de selectie kan je MISSCHIEN doen als je bv Leo Heremans heet die ik ervan verdenk net iets meer van duiven te kennen dan de meeste.

Ik vind het gevaarlijk omdat ook onder volmaakte duiven zo veel voddenbalen zitten.

 

IKZELF

Zelf baseer ik me ook bij jongen BIJNA alleen op het resultaat en niets anders.

Ik zal daarbij wel fouten maken maar ik denk toch van minder.

Die het best presteerden, veel prijzen wonnen en veel kop kunnen blijven, de rest kan op een uitzondering na weg.

Die uitzondering is dan meestal een duif die me erg bevalt en van zeer goede afkomst is. Beide dus. Daaronder vind je er wel eens die later mee vallen.

Natuurlijk lees en hoor ik ook wel over die duiven die als jong niets deden en er later de stukken afvlogen,

Ik baseer me daar niet op. Dat zijn uitzonderingen.

 

WEER

Verder let ik ook op het weer.

Duiven die zeer vroeg vlogen met wind mee maar ook met wind tegen hebben een streepje voor. Die mogen een keer missen.

Verder let ik er op onder welke omstandigheden de duiven presteerden. En daarbij let ik niet zo zeer op het weer maar op de uitslag,

Het moet DUIVENWEER zijn geweest; weer voor de goede.

En wanneer was het "duivenweer?"

- Als het geld snel weg is, als dus veel eerstgetekenden van voor staan.

- Als concoursen erg kort duurden.

- Als weinig liefhebbers heel goed speelden en veel liefhebbers er niet aan te pas kwamen.

Prijzen op vluchten die lang open staan en waarbij iedereen mee doet tellen voor mij minder zwaar.

 

TOT SLOT

U hebt begrepen dat ik een hekel heb aan duiven die zelden of nooit missen maar steeds "van achter" staan. Dus elke week net een prijsje winnen.

Zulke moet je in Duitsland hebben. Met duiven die nooit missen word je er nationaal kampioen. Ik adviseer ze op te ruimen.

En voor degenen die van cijfers houden:

Ik leg de limiet zo ongeveer bij duiven die de helft van de vluchten per tiental wonnen, al zal dat het ene jaar wat strenger zijn en het andere jaar wat minder.

Maar ieder moet doen waar hij zich het best bij voelt.

Ik voel me het best bij sorteren op het resultaat, zowel bij oude, jaarlingen en jongen.

De meeste fouten maak ik met bijgehaalde duiven door die te veel krediet te geven.

Vooral als ze (of de ouders) veel geld hebben gekost.