Ga direct naar de inhoud.

Impact door Corona (1) (01-12)

Hoe groot de impact van Corona op een mens kan zijn werd me op pijnlijke wijze duidelijk toen het besef tot me doordrong dat 2020 het eerste en enige jaar was van dit decennium dat Willem en ik geen uitstapjes hadden gemaakt. En dat waren er veel.

 WAAROM

Vanwaar die talloze uitstapjes al vanaf 2000? 

-Vooral om er eens uit te zijn.

-Vanwege de lol die we onderweg steeds hadden.

-Om (soms) een totaal andere duivencultuur op te snuiven.

-Om kennis te maken met befaamde liefhebbers, hun beste duiven, andere systemen enzovoorts, want uitgeleerd ben je natuurlijk nooit.

-En om, indien mogelijk, iets te vinden wat een hokversterking zou kunnen zijn.

Het moet gezegd, we maakten kennis met veel toffe mensen, niet èèn bezoek waar we spijt van hadden. Ook werden indrukken opgedaan die zijn bij gebleven.  

 SPOOR

Feit is ook dat we, Willem dan toch, een spoor na lieten dat even indrukwekkend als veelbetekenend is.
 - Luc Sioen kweekte uit een koppel de Bruijnduiven twee duivinnen, die wonnen samen:
-1e Nat. Poitiers’13 tegen 13.135 duiven.
-1e Nat. Poitiers’14 tegen 14.109 jaarse, snelste van 26.486 d.
-1e Nat. La Souterraine’15 tegen 9760 d, snelste van 12.308 d.
-1e Nat. Limoges’19 tegen 9578 d.
-1e Nat.Argenton’19 tegen 15.235 d.
- Dierenarts Ally en zoon wonnen een 1e Nat. Angouleme tegen 5.030 jaarse (snelste van 9.555 duiven) met een onmogelijk geachte voorsprong van maar liefst 17 minuten. Gekweekt uit een de Bruijn duif.
- Van Hertem Schuurmans hadden 2e Nationale Asduif uit een duif van Willem.
- Wijnand de Bruijn won een 1e Nationaal Chateauroux tegen 22.476 jongen, snelste van 33.056 d., ook met een halve de Bruijn.
- Bruninckx won 1e Nat. Chateauroux ’19 tegen 24,611 jaarse met een halve.
- De beste duif die Vandenabeele had voordat hij er mee kapte was een halve de Bruijn via Joost de Smeyter.
- De beste duif’ 2020 op de 8 nationale vluchten KBDB was 50% de Bruijn.
- Derwa-Luxem won 1e Nat. Argenton tegen 4.606 oude, snelste van 27.892 d. 50% de Bruijn. Wie kan nog zulke ‘geloofspapieren’ overleggen?   

 STOMVERBAASD

Van mij zit hier en daar ook wel iets goeds. En vaak was ik stomverbaasd als ik hoorde uit wat voor duiven die stamde(n). Vaak de allerlaatste waar ik die uit zou verwachten. Neem Falco Ebben. Die kwam  wat eieren halen. Een koppel had ik in de asbak gelegd. ‘Die kan je beter niet nemen’, zei ik. Falco negeerde mijn advies en uit een er van kwam de 4e Nationale Asduif jong (Pipa).  Het doet denken aan wat wijlen Miel Daems ooit zei: 

 ‘Als uit je favoriete kweekkoppel ook je beste jongen komen sta je er niet goed voor.’  

 Maar goed, ik wilde het hebben over indrukken die zijn bij gebleven na bezoeken aan gerenommeerde hokken.

 HET BEGIN

Het begon kort na de eeuwwisseling. Willem belde. Hij was lang niet meer ‘in het buitenland’ (lees België) geweest maar bewaarde er goede herinneringen aan.

Of ik geen interessant hok wist om te bezoeken. Het was in de tijd dat het een soort hobby van me was lezers te verrassen met onbekende namen die soms beter deden dan veel gevestigde waarden in binnen en buitenland. In die tijd reden Harrie van Boxmeer en ik regelmatig Vlaanderen in. Een van de goede contacten die we er legden was met Eddy Leutenez.

Die had in die tijd al naam en zoals vaak gaat met ‘grote namen’ kwamen zijn beste duiven van vrij onbekende liefhebbers uit de omgeving. Zijn ‘Super crack’, ‘Blondy’ en ‘Madonna’ waren fantastische vliegers en allemaal imports. ‘Supercrack’ (Nationale Asduif) had hij van Verstichelt, de andere twee van ene Gilbert Meire. Dus je kan raden wat onze volgende bestemming was.

 VERSTICHELT

Oscar en zoon Daniel Verstichelt woonden in Nazareth. Harrie laadde er wat ‘Super crack soort’ in, ik ging met een geschelpte doffer huiswaarts. Dat was geen slechte. Een jonge doffer er uit vloog zelfs prima tot die zich in de draden te pletter vloog. ‘Wounded Knee’ noemde ik hem vanaf toen.

Bas Verkerk kocht er een jong van en wat die daar uit kweekte is met geen pen te beschrijven. ‘Bubbels’ zo noemde hij haar. Van een Ruffec (ongeveer 750 km) won hij eens de 7 eerste provinciaal, geklokt op enkele minuten, allemaal nazaten van die ene duif. ‘Bubbels’ dus. Ondertussen was een andere duif bij de buurman indruk aan het maken. Die heette ‘Gilbert.

 DE GILBERT

‘Ik weet zeker een interessant adres’, zei ik tegen Willem; ‘Gilbert Meire’. Willem: ‘Nooit van gehoord, maar als jij het zegt.’ Ik was er eerder geweest met de Amerikaan M G. Dus opnieuw werd opnieuw koers gezet richting Zingem maar nu met WdB. Ik kocht 6 jongen bij een vriend van Gilbert (L V) maar zou er niets mee kunnen, Willem deed bij Meire inkopen en had meer geluk. Nou ja, ‘geluk’.

Gilbert was nog zo’n brave Vlaming van de oude stempel met een klein zonderhokje. Er werden wat duiven bekeken en vervolgens een mand vol geladen met jongen voor de Zuid Hollander. Bij een ervan hoor ik Gilbert nog zeggen ‘deze doe ik niet graag weg’. Waarop Willem reageerde ‘zulke heb ik het liefst’.

Vervolgens deed hij iets wat niet iedereen gedaan zou hebben. Hij zette de aangeschafte duiven op het vlieghok. Ze moesten eerst maar eens laten zien dat ze de eigen duiven konden volgen alvorens er uit te gaan kweken. Systeem Maarten Huismans.

 EN TOEN

Al gauw bleek wat voor spek hij in de kuip had. Het merendeel van die ‘Vlaanderaars’ kon niet volgen, er zat èèn redelijke tussen, en… een super. Een duif beter dan de hokgenoten en dat wil daar wel iets zeggen. Vanaf de eerste vluchten al onderscheidde die zich en zou dat blijven doen. Van kortbij en van veraf. Met makkelijk weer en met moeilijk weer. Nadien zou hij zich nog meer bewijzen als kweker. Het was de duif die Meire niet graag weg deed. Uit respect noemde Willem hem ‘de Gilbert’. Gilbert was overigens nog een liefhebber van de oude stempel. Daarom dat we elkaar even aan keken toen hij de prijs noemde. ‘Hè? Horen we dat goed?’