Ga direct naar de inhoud.

Goed te weten (11 nov)

Met ouder worden ben ik duivensport anders gaan beleven. Ooit was ik er zo van bezeten dat duiven me uit mijn slaap hielden. Op vliegdagen lag ik al vroeg te woelen in bed en op maandag dacht ik al aan het weekend dat volgde. Vooral aan de wind. U bent natuurlijk anders dan ik, veel sportiever, want weet je wat ik altijd weer hoopte? Dat de wind in mijn voordeel blies en dat anderen benadeeld waren. Hoe onsportief kan je zijn. Om in slaap te vallen had ik een andere methode dn schaapjes tellen.

 SLAAPMIDDEL

Ik probeerde me voor de geest te halen welke duif in welke bak zat en begon links boven in bak een. Als ik dan rechts onder bij bak twaalf was en nog niet in slaap begon ik weer vooraan maar nu probeerde ik me de ringnummers van de duiven te herinneren. In het najaar begon ik te koppelen. Man, wat heb ik half slapend tot diep in de nacht veel koppels samen gesteld waaruit de kampioenen moesten rollen. Maar tijden veranderden.

 NU
Nu gebeurt het dat mijn vrouw me op vliegdagen moet wekken en met koppelen werd ik ook veel makkelijker. Te vaak ondervond ik immers dat die goede duif het product was van toeval. Op eigen hok en bij anderen. En ook leerde ik dat niemand met zekerheid een koppel kan samen stellen waar automatisch de goede uit gaan rollen. En kweek je zo’n extra duif dan is er geen enkele garantie dat de ouders ooit nog een duif zullen geven die even goed is. Kost wat kost een bepaalde doffer met een bepaalde duivin koppelen is verleden tijd.

 KNIJPRINGEN
Maar met dat ‘makkelijker worden’ kwamen ook de problemen. Begon ik bijvoorbeeld te twijfelen welke doffer in welke bak huisde en met welke duivin. Daar werd evenwel iets op gevonden. Elk koppel krijgt hier nu aan aparte kleur knijpring en een ring van die kleur hangt ook in de bak waar dat koppel huist. Handig als je veel duiven hebt van dezelfde kleur maar ook als je de verzorging even aan anderen over moet laten. Kom je kleuren te kort dan kan je die knijpringen ook aan de andere poot doen of eventueel twee knijpringen om.

Gaston v d Wouwer is er ook een die steeds minder uren op de hokken door brengt. Hij gaat liever fietsen. Ook hij ‘werkt’ met knijpringen die hem zeggen welke duiven een koppel vormen en in welke bak ze horen.

 RESERVEHOK
Over een maand gaan sommigen al weer (voor) koppelen, maar paartjes forceren doe ik dus niet meer, zeker geen vliegers. Een opgedrongen partner kan gewoon niet motiverend werken. Wat kwekers betreft stelden Amerikaanse onderzoekers vast dat geslachten die elkaar spontaan vinden, dus ‘uit liefde’ koppelen, vitalere jongen geven. Dat was wel niet bij duiven maar waarom zou het met duiven anders zijn.

Overigens kan je altijd wel duiven hebben die niet ‘in touw’ willen. Dan is een leeg hok handig. Best zet je er eerst de doffer op en enkele dagen later de duivin. Meestal is het dan zo gepiept en kan je ze terug op het hok zetten.

 PAKKEN
In volle seizoen hoor je elk jaar weer klagen over slecht binnen komen. En goed binnen komen wordt in duivensport steeds belangijker. In Zuid Nederland speelde men 15 september Orleans. De regio Geffen domineerde en de favoriet Comb. Van Wanrooy zegevierde met welgeteld een seconde voorsprong op twee duiven van Hanegraaf. En seconden zullen in de toekomst steeds meer beslissend worden. Zelfs die ene ronde draaien bij thuiskomst kan men niet meer hebben en zal steeds fataler worden.

Een sportgenoot die zijn duiven slecht binnen krijgt meent dat het aan het hok ligt. Ja, het ligt altijd ergens aan, nooit aan je zelf. Ik heb in volkswijken al hokken gezien waar duiven een ‘onmogelijke’ val moesten maken, maar dat deden ze wel.

 MIJN METHODE
In de tijd dat ik het jonge duivenspel tot kunst had verheven ging ik als volgt te werk. Als de jongen trainden vulde ik de voerbakken en als ik ze dan binnen riep ging ik pal onder de valplank staan waarop ik wat grit, pinda”s en snoep deponeerde. Verbazingwekkend hoe snel ze dat kenden. Na enige tijd kwamen de duiven al omlaag om te landen als ik naar het hok liep omdat ze wisten wat op de valplank ligt. Als de meeste binnen waren en hun kropje gevuld werd de voerbak weg genomen.

Naar de buitenblijvers werd niet meer om gekeken en zeker kregen die niet alsnog wat voer als ze later binnen kwamen. Dan zou je ze nog belonen voor hun slecht gedrag ook. “Duiven moeten zich vuugen” (zich goed gedragen) zei Adriaan Janssen altijd.

 MEER MIS
Bij de man wiens jongen zo slecht binnen kwamen was meer mis. Hij wilde me eens wat piepers laten zien en meteen toen hij de deur van het hok opende stoven er in panische angst een aantal het hok uit. Hij het raam dicht maar toen begon het pas. Binnen hoorde je een hels kabaal en door het raam zag je de pluimen rond vliegen. Arme liefhebber en arme duiven. “Zou het aan het hok liggen?” Getver.

 OOK DAT
En telkens als ik het hok betrad legde ik wat snoep, pinda”s en grit in de schabjes. Als ik mijn hand naar zo”n vakje uitstrekte vloog er meteen een duif op af want die wist wat dat betekende. Deze man pakte zijn jongen soms tussen de benen of tegen het raam, soms bij de vleugel of poten. Daarmee verspeel je alle krediet en het vertrouwen terug winnen is heel moeilijk. Hoe kan je van zulke jongen verwachten dat die binnenstormen na de vlucht? Sommigen zien er tegen op hun jongen te pakken voor lapvluchten.

Handige jongens onder ons leren die de mand in lopen, maar nog simpeler is de hokken donker maken. Dan wordt jongen pakken een fluitje van een cent. Met andere woorden, hang voor het raam een gordijn.

VAST HOUDEN EN LOS LATEN
Soms zie je hoe stuntelig mensen een duif vast houden en die vervolgens plomp uit handen laten vallen. Iemand die dat hier doet krijgt geen tweede meer in handen. Die beseffen niet wat een enorme inspanning het van de duif vergt om netjes op de pootjes terecht te komen. Best laat je ze rustig uit handen vliegen ter hoogte van hun zitplaats. Dat je al vroeg moet beginnen een goede band te scheppen moge duidelijk zijn. Je doet het pas echt goed als je elke duif met EEN rustige beweging en met EEN hand kan pakken. Liefhebbers die BEIDE handen boven het hoofd houden en dan plots in een onverhoedse beweging toeslaan om een duif te pakken hebben geen gevoel voor dieren of duiven. Dat zijn geen kampioenen en zullen dat ook nooit worden.