Ga direct naar de inhoud.

In deze tijd (28-11)

In deze tijd

 Al gauw zitten veel duiven alweer gekoppeld. Hoe ouder je wordt hoe meer de tijd vliegt lijkt het soms. Maar saai is het bestaan van een duivenmelker zeker niet. Elke periode van het jaar heeft die andere dingen om handen.

 BONS

Zo breekt nu de tijd aan van bonnenverkopen en veilingen. Beide hebben hun charmes. Nadeel van bonnenverkopen is dat het veelal dezelfde betere liefhebbers zijn op wie een beroep wordt gedaan. Sommigen gaan daar in mee. Twintig bonnen schenken betekent twintig keer bezoek. Ik zit daar niet op te wachten en daarom chapeau voor de kampioenen die zo gul schenken.

Wel kan je je afvragen wat de koper van de 20e bon mee krijgt als er al 19 voor hem weg gingen. Of je moet bij liefhebbers met veel duiven terecht komen. Dirk van Dijck, Bart van Oeckel, Willem de Bruijn en anderen zijn zo van die mannen. Zo veel bonnen schenken als zij doen is bewonderenswaardig. Bij zulke grote heb je wel kans als je er als 20e je bon gaat verzilveren. Er zijn liefhebbers die nooit duiven kopen maar wel lol hebben in het kopen van bons in het stille seizoen. En het moet gezegd, soms met succes.

 ADVIES

Voor kopers van bons een advies: Koop bij voorkeur van iemand uit eigen streek of zeker van iemand die je kent. Als hier een wildvreemde op de stoep zou staan om een duif of koppel eieren om zijn gekochte bon te verzilveren moet ik wel heel goede zin hebben om naar mijn beste duiven lopen. Dat wordt echter anders als het een goede bekende is. Zouden de meeste niet zo zijn?  

 VERKOPINGEN

De prijzen voor duiven rijzen steeds meer de pan uit. Vooral door Chinezen en, laten we er niet om heen draaien, ook door Pipa. Van drie of vier mensen die met duiven wilden beginnen weet ik dat ze afgehaakt hebben vanwege dat vele geld. Dat waren mensen die met degelijk materiaal wilden beginnen en daarom dat ze zich tot topspelers wendden. Edoch. Ze sloegen bijna op tilt toen ze hoorden hoeveel geld ze neer moesten tellen voor enkele jongen.

‘De Chinezen betalen ook zo veel,’ of, ‘bij Pipa brachten ze zo veel op’, kregen ze te horen. Als mensen veel geld voor hun (jonge) duiven kunnen krijgen, moeten ze dat zeker niet nalaten. Niks mis mee. ‘Hooien als de zon schijnt’, zeggen ze hier. Maar… sommigen zouden zich wat tactvoller op kunnen stellen als ze weten met een beginner te doen te hebben of met iemand met een beperkt budget.

Zeg liever dat je niets hebt dan een bedrag te noemen waarvan je weet dat die dat nooit kan betalen. Komen de verkopingen van bons en duiven er al gauw weer aan, de ruitijd is er al. Bijna voorbij zelfs.

 RUITIJD

Mijn duiven krijgen een heel jaar dezelfde mengeling. Ook in de ruitijd! Zoals bij Klak. Het voer voor jongen, kwekers en vliegers haalde hij uit dezelfde zak. En nergens zag je een heel jaar door gezondere duiven dan bij hem. Met ruimengeling moest hij lachen. En terecht. Een mengeling die duiven beter doet ruien is bijna lachwekkend.

Bekijk hoe zeer de ‘ruimengelingen’ van de diverse firma’s verschillen en je kan amper anders dan het me eens zijn. Karnemelk, thee, eventueel van dennennaalden en lijnzaad dan? Als U er in gelooft zeker geven. Al is het maar voor de eigen gemoedstrust. Ik geloof er niet in.

 NIET NODIG

Gezonde duiven ruien vanzelf, dat is een natuurlijk proces, daar hoef je niets voor te doen. Zeker nu niet (meer) knoeien met licht en donker. Of er dan niets is dat ruiende duiven wel absoluut nodig hebben?

Zeker! Op gezette tijden een bad! Daar mag je wat badzout en azijn in doen, of als je geld te veel hebt badzout. Maar daar ga je geen prijs meer om winnen. Als ik er aan denk gaat hier inderdaad wat zout en azijn in het badwater of wat chloor. ‘Als ik er aan denk dus’, maar dat is hoogst zelden.

Ik weet het, ik ben redelijk sceptisch van aard, maar in duivensport word je zo gemaakt. Ik heb al te veel liefhebbers die op de vluchten weinig voorstellen in al hun goede wil overtollige en soms dure supplementen zien kopen. En… ik ken te veel grote kampioenen die er niet in geloven.

En vitamines dan? Ook daarin geloof ik niet maar mochten die al nut hebben dan is het nu, in de ruitijd. Op korte tijd wordt heel het verenkleed vernieuwt en dat kan niet anders dan erg veel van een duivenlichaam eisen.

 NOGMAALS VOEREN

Liefhebbers die een heel jaar door dezelfde mengeling geven zie je overigens steeds meer. Moeten duiven, naarmate de inkorfdatum nadert, dan niet opgevoerd worden? Dat doet toch bijna iedereen? ‘Bijna iedereen doet’ is niet echt relevant.

In het begin van de week licht voeren en geleidelijk zwaarder lijkt me vooral niet goed voor jonge duiven. Het belast de spijsvertering voor duiven die zo gevoelig zijn voor darmstoornissen. In EEN dag meer reserves of noem het energie mee geven met bijvoorbeeld extra mais of pinda’s getuigt van een optimisme dat bijna vertederend is. Kan gewoon niet.

Na een gesprek met dhr. Jorissen ten huize Comed voelde ik me in deze een stuk minder eenzaam. Jorissen, apotheker, wetenschapper en zoeker tegelijk dacht er namelijk weinig anders over. Hij is weliswaar groot voorstander van oliën maar die vlak voor een wedstrijd toe dienen mist ook volgens hem elke zin. Die moet je, zo zegt hij, al beginnen geven een dag of zeven voor inkorven van een zwaardere vlucht.  

 EN FOND DAN

Toegegeven een topper op de grote fond als Joost de Smeyter denkt er anders over, die gelooft heilig in supplementen. Omdat die op de fond wel nut hebben? Hmm, weet niet. Er zijn meer goede fondspelers. Zoals Jos Joosen met name. Bij hem is het meestal zuiver water. Nou ja, zuiver… Neem ook Verkerk. Die heeft alles geprobeerd, maar nooit constateerde hij enige toename in vorm.

Bas speelt weliswaar geen grote fond, maar eist van zijn duiven mogelijk meer dan die grote fondspelers. Anders moet men dat vliegprogramma van Zuid Holland maar eens bekijken. ‘Veel te zwaar’ vinden daar zelfs de mannen met heel veel duiven.

 VLIEGPROGRAMMA

Uit enquetes in Nederland blijkt dat de meesten minder vluchten willen. Ik stel voor nooit nog zulke enquêtes te houden. Er wordt toch geen rekening mee gehouden. Ook in België wil men minder vluchten. Want zeg nu zelf, drie fondvluchten op een dag haalt niet eens het niveau van de belachelijkheid. Ook twee fondvluchten op dezelfde dag is er een te veel als de losplaatsen amper 100 km van elkaar liggen. Maar luisteren naar de basis is ook niet het sterkste punt van de KBDB al lijkt daar wel iets verbetering in te komen.

Zie in deze ook de Nationale fondvluchten voor jongen in 2019. Het zet de kleinere liefhebbers buiten spel. En vooral op ‘kleinere’ liefhebbers moet men zuinig zijn. Als we die verliezen verliezen we duivensport.  Ook in België hoor je veel klagen over overladen fond programma’s. Ook daar wil men minder, zelfs de fondspelers.