Ga direct naar de inhoud.

Appel houden (2 van 2)

Naarmate ik mee ben gegaan met de algemene trend, meer duiven houden, ging ik ook meer fouten maken.
Gewoon door gebrek aan overzicht.
- Ik ging ver van huis jonge duiven terug halen die ik niet meer terug kende omdat ik ze al lange tijd kwijt was. Toen ik die los liet was ik ze meestal weer meteen kwijt. Verloren tijd, kosten en moeite dus.
- Vreemden hebben langere tijd op mijn hokken gezeten omdat ik ze niet opmerkte.
- Ik heb nodeloos jonge duiven verloren. Te vlug in de mand gestopt na een lange afwezigheid.
Gewoon fouten die niet gehoeven hadden als ik beter bij de les was geweest. Nu maak ik die minder. Ik leg elk jaar een lijst aan waarop notities allerhande worden gemaakt. En... ik houd regelmatig appel.

VREEMDEN
Door dat 'appel' krijgen ook vreemden geen kans.
Als die langere tijd op het hok zitten kunnen die er zo goed aard krijgen dat ze er met geen hout nog weg te slagen zijn en terug blijven komen.
Daarom moet men die ongenode gasten zo SNEL mogelijk verwijderen.
De eerste dagen zal een vreemde zich snel verraden.
Als die gezond is is die wat nerveuzer dan de eigen duiven.
Hij kent het hok niet, jou niet en voelt zich duidelijk 'niet thuis'.
Een beetje liefhebber ziet die onwennigheid.
Ook een duif met een afwijkende kleur, al is het maar een tikje aan het oog, haalt een beetje liefhebber er zo uit.
Ik geef mijn jongen elke avond wat snoep met grit, plaag ze wat en dan kun je amper anders dan die vreemde opmerken.
Maar als gezegd durf ik er mijn hand niet voor in het vuur steken dat ik elke vreemde jonge duif meteen zie.
Dat is een van de redenen van dat regelmatig appel houden.

'MERKEN'
Ik pleeg gemakkelijk eieren en jongen te verleggen. Heb je maar een paar koppeltjes dan onthoud je dat wel, bij veel duiven wordt dat moeilijker.
Als ik jongen ring schrijf ik meteen op de achterkant van het eigendomsbewijs uit welke ouders die komen.
Dat is vaak een simpele aanduiding als ik het zelf maar begrijp.
Aldus levert geringde jongen verleggen nooit problemen op.
Om eieren te merken heb ik een speciale stift.
'Permanent marker' of 'watervast' staat er op.
Die dingen zijn geweldig. Ze schrijven goed op iets wat moeilijk beschrijfbaar is als een ei, de 'inkt' is meteen droog en 'het gaat niet af'.
Veel beter dan die dikke stinkende stiften, een ball-point of potlood waarmee je eieren amper kunt beschrijven en je gevaar loopt er doorheen te prikken.
Met de stiften die ik bedoel kun je ook ongeringde jongen merken.
Enkele weken na het spenen maak ik een lijst en hang die op het hok.

LIJST
Op die lijst staan in volgorde:
Het ringnummer, de kleur, de ouders en daarachter wat vakjes.
Daarin komen notities allerhande.
Die notities zijn niet meer dan een letter of cijfer maar ik kan er veel mee doen vooral omdat elke notitie gedateerd is.
Ik maak die notities als ik 'appel' houd.
De duiven worden grondig bekeken en krijgen een cijfer.
Dat is tevens een bewijs van aanwezig zijn. Duiven die niet aanwezig zijn kun je geen punt geven. En ik weet bij afwezigheid sinds hoe lang. Vanwege de datum bij dat cijfer.

LEERZAAM
Dat punten geven heeft me geleerd hoe voorzichtig je moet zijn met het beoordelen van een duif.
Het kan aan mij liggen maar het gebeurt dat dezelfde duif de ene keer een 6 krijgt en de andere keer een 8.
Het heeft vaak met conditie te maken.
Een duif in vorm oogt beter, lijkt meer kwaliteit te hebben dan een duif die slap aanvoelt doordat die niet in orde is.
Door dat 'punten geven' leer ik mezelf beter kennen als kenner.
Ik kom er later immers achter of die duif die elke keer een 8 kreeg ook was wat ik van hem verwachtte. En of die duif die laag werd ingeschat ook inderdaad zo'n voddebaal was.

VOORBEELD.
Onderstaand ziet men hoe zo'n lijstje is opgemaakt.
Het is maar een voorbeeld, het zal best beter kunnen, maar waar het om gaat is dat je er gemak van hebt.

Jongen 2001

Ring: Kleur: Vader: Moeder: 6/5 13/5 1/6 9/6 1/7 9/7
222222 Blauw 97-111111 99-333333 6 6 8 x x x
222224 Bont 97-211111 99-233333 4 4 4 5 z 4
222227 Rood 97-223333 98-434333 8 8 v v v 7
222229 Blauw 98-555444 98-666655 7 8 l l 7 x
222332 Blauw 99-888883 98-777777 8 x x x x x
222333 Blauw 99-888883 98-777777 7 8 8 x x x
222238 zwart 98-555555 99-333333 6 8 x 8 8 v
222283 Rood 98-223333 99-434333 v v 6 6 v 6
222285 Blauw 98-555444 99-666655 7 l l l 7 x
222290 Bont 98-589345 97-265721 v 8 8 v v v



Enige toelichting:
Een '4' staat voor een duif waarvan ik geen hoge pet op heb.
Een '8' daarentegen betekent een duif die me bevalt.
De betekenis van de letters is als volgt:
Een 'x' betekent afwezig.
Een 'l' betekent te 'laat' van een opleervlucht.
Een 'v' wil zeggen 'vroeg' van een opleervlucht.
De 'z' staat voor 'ziek.'
Zo'n duif heeft gemankeerd, is hersteld maar... mag geen tweede keer terugvallem.

SCHAT
En uit zo'n lijst, die in werkelijkheid natuurlijk langer is, haal ik een schat aan gegevens waarmee ik vooruit kan.
a. Neem de eerste duif, de 222222. Dat is een duif die me eerst niet erg aanstond, ze kreeg een zes, maar bij een derde keuring op 1 juni beviel ze beter, toen kreeg ze een 8. Toen is ze waarschijnlijk verloren gegaan want bij de appels die volgden zat ze er niet meer.
b. De bonte 222224 is waarschijnlijk een duif zonder toekomst. Hij kreeg alleen maar onvoldoendes en op 1 juli was die zelfs ziek.
c. De derde duif, het rood 222227, moet ik in de gaten houden.
Een mooie duif die bovendien drie keer erg vroeg thuis was van een leervlucht (drie maal 'v').
Wat ook in haar voordeel en dat van de ouders spreekt is dat een volle zus, (de 222283, de op twee na laatste duif) wel niet zo mooi is (drie maal een zes) maar ook drie keer vroeg van een leervlucht kwam (drie maal 'v').
d. Het blauw 222229 is een mooie duif (twee maal een 7 en een keer een 8) maar de twee eerste leervluchtjes was ze te laat en na 1 juli zat het er niet meer.
Als ze het aanmelden mogen ze het houden.
De 285, uit dezelfde ouders was ook 4 maal te laat van een leervlucht en ging na 1 juli eveneens verloren.
e. 222332 en 222333 zijn twee duiven 'uit een nest.'
De 232 ging na 6 mei verloren en haar nestmaat was wel een mooi (twee keer een 8) maar zit er ook niet meer.
De ouders gaan volgend jaar niet tegen elkaar.
f. In het bont '290' (onderaan de lijst) zie ik het helemaal zitten.
Een mooie duif en enkele keren vroeg van een leervlucht.

WERKELIJKHEID
Zoals gezegd heb ik van zo'n lijst veel gemak.
- 'Als ik van de '232' in augustus een opvangkaart krijg mogen ze de duif houden, die is immers al vanaf mei weg.'
- 'Als de laatste duif, de '290' verloren mocht gaan en ik krijg bericht ga ik hem halen.'
Ik bewaar die lijstjes en wat blijkt later?
Dat ik er soms naast zit maar duiven met alleen maar negatieve punten, een laag cijfer, een 'z' van ziek of een 'l' van te laat werden nog nooit goede.
- Ik heb geleerd dat ik eenzelfde duif soms totaal anders beoordeel maar dat dat alles met vorm te maken heeft.
- En het kan me niet meer gebeuren dat er een vreemde langere tijd tussen mijn duiven zit. Wel dient vermeld dat voor fondduiven en fondspelers andere maatstaven gelden wat betreft de aankomst van duiven in hun geboortejaar.
Om een of andere duistere reden zijn dat 'slow starters'.
Regelmatig 'appel' houden en een lijst aanleggen waarop je notities maakt kan ik aanbevelen. Het is niet alleen zinvol, je beleeft er nog lol aan ook.