Ga direct naar de inhoud.

Vliegen en verliezen

Aanvankelijk geef ik die jonge kereltjes veel vrijheid, tot een halve dag toe.
Ik laat ze maar wat rondslenteren en dat doen ze dan ook.
Er zijn jaren dat ze in maart geen meter willen vliegen.
Ze eten dan weinig dus luisteren ze ook slecht, ze zitten niet strak en ook de mest is niet goed.
Ze zijn nèt niet ziek lijkt het wel.
Vroeger maakte ik me daar zorgen om, nu niet meer.
Ik jaag ze niet op en geef ook geen medicijnen omdat het steeds weer goed kwam.
Toegegeven, een slordig gezicht is het wel als dat stelletje ongeregeld in de tuin en op het dak zit te lummelen.
Ik hoor soms dat ook anderen dat probleem kennen en die vragen zich af of ze een stelletje luiwammesen hebben gekweekt dat straks te lamlendig is om prijs te winnen.
Dat hoeft dus niet.
Ik zou zeggen blijf er zolang er geen erge dingen gebeuren met medicijnen af, kuren waarbij je zelf niet weet waartegen is altijd fout. Later knappen ze veelal op. Tenminste zo was het altijd bij mij.

LATER

Later, als de tijd er is, gaan ze uit eigener beweging vliegen en als dat niet zo is help ik ze een handje.
Natuurlijk zonder dat ze me zien.
Vlak voor je hok gaan staan en die beestjes opjagen is weinig bevorderlijk voor de vertrouwensrelatie tussen jou en je duiven.
Aanvankelijk vliegen ze maar even maar dat zal veelal beteren.
Tot de dag kom dat ze met zijn allen in gestrekte draf het hok uitstormen.
Dat er geen pluim meer te zien is als je je om draait.
Dat ze in woeste vaart vertrekken naar verre einders.
Het is vanaf dan dat je op beide oren kunt slapen.
De vorm zit er aan te komen.
Bij mij is dat meestal pas in juni. Juist op tijd.
Als er wat aan mankeert is dat meestal geel of Coli.
Als niet zieke jonge duiven niet vliegen is meestal sprake van te zwaar voer (te veel erwten) of te grote handen.

LATER
In mei is het ook gedaan met de vrijheid die ze eerder kregen.
Op het dak slenteren is er niet meer bij.
Het is vliegen en binnen.
En dat 'binnen' op mijn signaal. Die niet luisteren kunnen buiten slapen. Ik heb voor de ramen een gecombineerde spoetnik/superval.
Als ze ongeveer binnen zijn gaan de ramen dicht.
Voor duiven die nog aan het vliegen zijn wil ik die nog wel eens open doen, maar met koppigaards die op het dak blijven zitten heb ik geen 'compassie.'
Staan smeken of het de heren belieft binnen te gaan doe ik niet.
Als een gek met een voerbus staan rammelen nog minder.
Jongen die niet in het gareel lopen kunnen buiten slapen, in die superval/spoetnik waar geen roofvogel of kat bij kan.
Er moet discipline komen. Want nog jongen buiten als de weduwnaars los moeten kan niet.
En van een nachtje buiten slapen is er nog nooit een ziek geworden.

VLIEGEN
Vliegen is altijd een teken van gezondheid en ik denk dat vliegen zelf weer vorm teweegbrengt.
Daarom misschien dat trainen met de vlag weer terug mode aan het worden is. Daarom die bal voor het hok bij sommigen zoals Martin d'Hondt.
Is sprake van bloedvorm dan durven jongen uren wegblijven. Volkomen afgemat komen ze dan terug, met hangende vleugels en kromgetrokken pennen.

En als er geregeld tegen draden vliegen dan zit je helemaal goed. Het duidt op 'snedigheid' tijdens het trainen.
Zieke duiven vliegen niet tegen draden. Nooit!

Met duiven die dagelijks enkele uren trainen (en dat doen jongen in bloedvorm) ga ik ook geen 'opleerritjes' maken van vijf kilometer. Volgens mij mist dat elke zin.

VERBAZING
Tot wat jonge duiven in vorm in staat zijn is verbazingwekkend. Ik had er eens 16 mee op Chateauroux.
Na de 14e duif waren er van deze 560 kilometervlucht nog 600 prijzen 1 op 4 te winnen dus dat was goed en die duiven moesten wel heel veel vorm gehad hebben.
Dat bleek de dag na thuiskomst, toen trainden ze evengoed meer dan een uur.
Het lijkt er op dat jongen in vorm minder van zo'n vlucht weten dan weduwnaars.
Hoewel ik moet toegeven dat ik amper fond speel.
Waarom niet?
Omdat het elk jaar dezelfde duiven zijn die het mooi weer maken.
Mocht ik ooit een hok krijgen met daarop 20 supers, ook 10 zou genoeg zijn, dan zou ik met goede naar de fond gaan.
Maar ik vrees dat ik nooit 20 supers zal hebben en ook geen 10.

GEBROKEN PENNEN
Duiven in vorm lijken zich dus gemakkelijker te kwetsen.
De kwetsuren zijn soms ernstig, andere keren niet meer dan een streep dwars over de borst of een gebroken pen.
- Is de eerste of tweede pen gebroken dan heeft dat weinig te betekenen. Die worden als eerste gestoten en de plaats in de vleugel is ook niet van dien aard dat ze er last van hebben.
- Een duif met een gebroken (of gestoten) laatste pen is niet geschikt om mee te spelen.
- Mist een duif een pen in het midden van de vleugel dan zie je dat dit bij de ene duif een geweldig gat geeft en bij andere minder. Het heeft te maken met de breedte van de schacht die van duif tot duif erg kan verschillen.
Zo'n gebroken pen midden in de vleugel zou je kunnen trekken maar doe dat nooit met de laatste. De kans is groot dat er nooit nog een goede voor in de plaats komt.
Je kunt ook een 'nieuwe pen lijmen'.

LIJMEN
De gebroken pen knip je met een scherpe schaar verder af op ongeveer 2 centimeter van de vleugel. Vervolgens maak je de holle schacht zuiver en trek je bij een duif die je niet speelt, een weduwduivin bijvoorbeeld, een pen die zoveel mogelijk gelijk is aan de gebroken pen.
Je doet wat sterke lijm in de holte van de schacht van de pen die gebroken was en daarin duw je zo diep mogelijk de nieuwe.
Zet de duif twee dagen apart zodat de lijm goed kan drogen en na een week kun je die weer spelen.
Later zal dat stompje oude pen met daarin die nieuwe gewoon gestoten worden en er komt een gave voor in de plaats.

VERLOREN
Wat te doen met jongen die verloren gaan?
Soms lees je stoere verhalen van liefhebbers die nooit zo'n duif terughalen omdat die toch niets waard zou zijn.
'Een goede gaat niet verloren' beweren ze.
Maar er is natuurlijk verschil tussen jongen die verloren gaan.
- Piepers kunnen erg jong zodanig schrikken dat ze opslaan en als die verloren gaan is ze niet kwalijk te nemen.
- Anderen vliegen gewoon van het hok weg. Soms zelfs als er al enkele keren mee gespeeld is. Kwestie van geen aard op het hok.
- Weer andere verlies je van de vlucht, soms zelfs bij mooi weer.

Elkeen die wat langer in duivensport zit weet dat ook goede duiven verloren kunnen gaan. Mensen die die niet meer terug willen hebben dus ongelijk.

Of je teruggehaalde duiven af kunt schrijven voor de vluchten?
Natuurlijk niet. Zelfs geen oude.

VOORBEELD
De 'Vale Tarzan' van de ex-Nationale fondkampioen Gaston Devooght liep als jonge duif op twee verschillende hokken binnen. Hij schonk hem aan Norman (toch niets waard heeft hij misschien gedacht), die wende hem over en als jaarling won hij drie eerste.
Later zou hij vader worden van de 'Tarzan-dynastie' van Silvère Toye. ‘De Nationaal 1’ van Schellens liep als jonge duif twee keer bij streekgenoten binnen en zo ken ik nog talrijke voorbeelden van duiven die ergens opgehaald moesten worden en zich later zouden ontpoppen tot superieure vliegers.

VOORKOMEN
Veel verliezen zijn te wijten aan het weer.
Plotseling opkomende mist kan fataal zijn voor zowel jongen als oude. Harde wind vooral voor jongen.
Bij harde wind houd je die daarom best vast.
Met het oog op de roofvogel, die wordt voor velen een steeds groter probleem, stoppen sommigen met winterkweek.
Die roofvogel, hij pakt de duiven vlak onder je neus vandaan, is vooral actief als de winterjongen net buitenkomen.
Door iets later te kweken ondervang je dit probleem.