Ga direct naar de inhoud.

Wat je wel en niet zou moeten weten

Uit ervaring weet ik dat het lezende duivenpubliek vooral gecharmeerd is van artikelen over ziektes en medicijnen.
En niet alleen het lezende publiek. In forums gaat het ook bijna nergens anders over.
De organisatoren hebben dat begrepen en forums zonder de dierenarts van dienst zijn daarom zeldzaam. Toegegeven, ik lees er ook veel over, wetenschappelijke lectuur veelal omdat ik niet in de materie ben opgeleid.
Ik doe dat vooral om geen onzin te schrijven als ziektes of medicijnen ter sprake komen. Kennis over ziektes en medicijnen maakt je geen kampioen, die is alleen maar meegenomen.
De kampioenen zijn niet de mannen die het meest weten over medicijnen en ziektes, kijk je om je heen dan lijkt zelfs het tegendeel waar en dat is niet eens zo vreemd.
Als je er niets over weet ben je eerder geneigd zwakke elementen te verwijderen wat kan resulteren in een hok duiven waarmee je weinig problemen kent inzake gezondheid.
Over de voornaamste ongemakken bij duiven hoor je echter iets te weten, daarom dit hoofdstuk. Wetenschappelijke termen worden zo veel mogelijk achterwege gelaten, het blijft oppervlakkig en veel is gespiekt .
Verder willen wetenschappers wel eens verschillend denken en dan kies ik de zijde van degene wiens opvattingen het meest overeenstemmen met de praktijk.

1. TRICHOMONOSE OF GEEL
Daarmee bedoelen we eencellige geseldiertjes die vooral voorkomen in de bek en het keelslijm van de duif. Dus niet alleen maar vooral.
Geel zou de grootste bedreiging zijn voor onze duiven.
Er zijn nogal wat stammen die variëren van bijna onschuldig tot dodelijk. Driekwart van de duiven die niet regelmatig behandeld worden zou besmet zijn en dat is veel.

Symptomen en medicatie:
Rode kelen, slijmdraden, voedsel dat slecht verteert, veel drinken, geen levenslust, gele aanwas(sen) in de bek, groenachtige stinkende mest, ‘scherpe’ piepers in de schotel met opgetrokken pluimen, niet rustig liggend maar rechtopstaand en voortdurend schreeuwend duiden op geel.
Velen zijn zich bewust van het gevaar en kuren wekelijks. Ik ben daar niet voor.
Omdat je medicijnen in de mate van het mogelijke moet mijden.
Anderen kuren om de drie a vier weken enkele dagen.
Ik ben daar evenmin voor maar deze handelwijze lijkt al veel minder slecht.
Waar ik dan wel voor ben?
Zo weinig mogelijk kuren, de ogen open houden en medicijnen achter de hand om onmiddellijk in te kunnen grijpen bij dreigend onheil.
Je alleen verlaten op het microscopisch onderzoek van een dierenarts is niet zonder gevaar. Zelfs nadat die tijdens het broeden niets constateerde kan nadien nog een uitbraak volgen.
Dat lag niet aan de dierenarts, die maakte geen fout want hij kon geel niet zien omdat het verdoken was, dieper in het lichaam.
Vooral bij warm weer kan geel zich via het drinkwater maar ook bij contact (paren en azen) razendsnel verspreiden.
Je kunt er niet preventief tegen kuren, wat wil zeggen dat er geen middelen voorhanden zijn die de duiven een tijd vrijwaren.

Het is dus belangrijk te weten dat geel voornamelijk verspreid wordt via het drinkwater. En hoe hoger de temperatuur hoe gemakkelijker de trichomonen kunnen overleven.

Bij probleemhokken kan het water niet vaak genoeg worden ververst (telkens in kurkdroge drinkbakken) en volgens wijlen Dr. Stam zou een mespuntje halamid in het water ook zeer effectief zijn.
Een goede ontsmetting is ook een mespuntjes kaliumpermanganaat in 10 liter water doen en daarmee de drinkbakken grondig te spoelen.
Drs. Raf Herbots meent dat ook appelazijn de verspreiding remt.
Vind je van je zelf dat je alles niet zo gauw ziet dan valt er overigens wel iets voor te zeggen om de drie a vier weken te kuren.

Meest bekende geneesmiddelen.
- Een oud en bekend medicijn is Spartrix, de bekende tabletjes in groene verpakking van Janssen Farmaceutica België. Mij lijken die goed om piepers die je ‘bij zet’ te behandelen of duiven die bijgehaald zijn of op de dool waren.
Voordeel is dat je zeker bent van de juiste dosis mits de duiven enkele uren niet kunnen drinken.
Bij serieuze problemen dient een eenmalige behandeling echter tot weinig.
Vanwege de toegenomen resistentie zul je een hok collectief niet meer kunnen genezen door de duiven eenmalig een pil op te steken.
- Emtryl 10 of 40 procent was een uitstekend medicijn waar wel een ‘maar’ aan kleefde: Problemen bij overdosering in de vorm van zenuwstoornissen.
Het is uit de handel genomen evenals het zoveel jarenlang populaire Ridsol S.
- Met moeite kun je nog wel aan Ronidazole komen maar meestal met 5 of 6 procent actieve stof en dat is te weinig, je hebt 10 procent nodig.

In de winter, als duiven amper drinken dien je dat het best toe via bevochtigd voer, 4 gram per kilo, een week lang.

Groot voordeel van Ronidazole is dat het weinig toxisch is. Je mag (een beetje) te veel geven en je mag het geven aan duiven die jongen azen.
Een heel goede medicatie is Ronidazole gecombineerd met Emtryl (dimetrazol) met daarbij wat citroenzuur en druivensuiker in het water.
Maar alleen een gespecialiseerd dierenarts kan dat voor je te maken.
Ronidazole verhoogt resistentie, dat doet emtryl ook maar merkwaardig genoeg lijkt dit minder het geval met een combinatie van beide.
- Ook Flagyl (metronidazole) is prima. Het wordt goed verdragen maar probleem is dat het zo slecht oplost.
Het is voor humaan gebruik en alleen verkrijgbaar op doktersvoorschrift.
Vroeger plette ik tabletjes met de onderkant van een lepel tot poeder maar nog bleef bezinksel op de bodem van de drinkbak liggen.
Wat je zou kunnen doen is de duiven een vierde van een tablet opsteken.
Het is bewerkelijk, je moet al je duiven in de hand nemen maar dat gaat een stuk vlotter als je ze in het schemerdonker pakt.

2. COLI
Coli heet de kwaal van deze tijd, vooral bij jonge duiven. Mest laten onderzoeken in een lab is zinloos omdat zowat alle duiven (en mensen) coli hebben.
Er bestaan weer verschillende stammen en kennelijk zijn er de laatste jaren enkele bij gekomen die sterk ziekteverwekkend zijn.
Als de bacillen in grotere getallen voorkomen in het darmstelsel heb je een probleem. Sommigen menen dat verduisteren en het toedienen van cortisone (destijds) er mee te maken hebben maar hier is geen enkel wetenschappelijk bewijs van.
Het kan van de ene op de andere dag toeslaan.
De eetlust verdwijnt (duiven luisteren niet meer als je die binnenroept), ze gaan ‘bol’ zitten, drinken veel en de mest is slecht: Van ‘brijig’ bruin tot waterachtige grasgroene plassen. De duiven vermageren, braken en voelen slap aan.
Als je knalgele bolletjes in de mest treft heb je er een probleem bij: Adeno.
Adeno is een ware ramp en dat geldt nog meer voor de nieuwe vorm Adeno 2.
Kerngezonde duiven kunnen er op minder dan een dag aan bezwijken, ongeacht de leeftijd, en omdat het een virus betreft is er weinig aan te doen.
Tegen de Coli-bacterie zijn wel goede medicijnen voorhanden: Chloramphenicol, colistine, Cosumix Plus, ampicilline, neomycine maar die zouden onder doen voor Trimethoprim eventueel in combinatie met iets anders.
De gespecialiseerde dierenarts kan je daar aan helpen en mocht dat niet zo zijn dan is er Theraprim van Oropharma wat als nadeel heeft dat het duur is.
Of er niets is om met zekerheid Coli van je hok te houden?
Helaas niet. Maar je kunt de risico’s van een uitbraak mogelijk wel beperken.
Zo creëert appelazijn een lichtzuur milieu in de darmen ofwel een goede darmflora waardoor de schadelijke Coli bacteriën het leven letterlijk zuur wordt gemaakt.
Met name dierenartsen De Weerd en Herbots zijn voorstander van (appel)azijn.
Ik weet het niet.
Wel geloof ik in het nut van speciale gezondheidsyoghurt Daarin zitten veel goedaardige bacteriën (lactobacillen) en sinds ik de duiven enkele dagen per week yoghurt geef ken ik geen problemen.
Ik dien dat toe via het voer. Voordeel is dat het kleverig is: Je kunt er biergist mee mengen (een zeer goed bijproduct voor duiven) naast Sedochol en Avisal.
Sedochol is goedkoop en goed. De methionine en Choline daarin ontlasten de lever en in België wordt het vooral in de ruitijd massaal gegeven omdat duiven er een zacht gevederte van krijgen.

Verder moet je stress-situaties zo veel mogelijk vermijden en geen duiven inmanden, ook niet voor leervluchtjes, waaraan ook maar het minst mankeert.

Het feit dat mijn duiven geen last meer hebben van Coli heeft misschien ook te maken met het feit dat sinds een aantal jaren in de herfst een 14-tal dagen wordt gekuurd tegen paratyfus.

3. POKKEN
Pokken worden veroorzaakt door een virus, is dus niet te genezen en erg besmettelijk. Het verspreidt zich door vechten, insecten, vooral muggen, dus houdt je die het best van de hokken. Het is niet dodelijk maar soms kunnen de woekeringen op tong of snavel zo groot worden dat een duif dient te worden afgemaakt.
Die woekeringen vallen er normaal na ongeveer een maand spontaan af. Zeker mag je er niet aan peuteren.
Pokken mag geen probleem zijn omdat je dat eenvoudig voor kunt blijven door te enten. Vaak zie je ‘gele uitwassen’ in de bek (difterie) en velen verwarren dat met geel. Die gele uitwassen kunnen overigens ook wijzen op herpes.
Lange tijd meende men dat een eenmalige enting voldoende was maar dat blijkt niet zo. Wel zouden duiven die pokken hadden voor de rest van hun leven immuun zijn.
Tegenwoordig is er een combi-enting: Tegen pokken en paramyxo tegelijk maar de meningen daarover zijn verdeeld.

4. COCCIDIOSE
Coccidiose is een bekende ziekte bij duiven maar heeft weinig te betekenen. De coccidien leven in de darmen maar richten zelden kwaad aan vanwege immuniteit. Van een klein beetje coccidiose hebben duiven nauwelijks last, het verdwijnt vaak spontaan op een droog hok en veel medicijnen er tegen zijn vormdoders.
Als ik bij de dierenarts kom (dat is hoogst zelden) is zijn verhaal veelal hetzelfde:
‘Een klein beetje coccidiose maar dat kan geen kwaad.’
De oocysten (coccidien) worden met de mest uitgescheiden en gaan dan ontwikkelen, vooral bij hogere temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad. Op droge hokken krijgen oocysten amper kans te overleven laat staan zich te ontwikkelen (sporuleren).
Bij erg droog en koud weer is de kans op coccidiose bijna te verwaarlozen. Die is er wel als duiven zijn verzwakt door andere ziektes zoals paratyfus of strepto-coccen.
Na een kuur moet de brander gebruikt worden. Ook schuren met bijtende soda of Dettol is zinvol, dan wel bril opzetten en handschoenen aan doen. Dettol, gebruikt in ziekenhuizen om instrumenten te ontsmetten, is een van de beste ontsmetters die er zijn en sterk bacteriën dodend.
Prima genezers zijn Appertex (in tabletvorm) S-Mez (16 procent), ESB3 (30 procent), Amprolium en vooral Baycox Bayer (twee dagen achtereen in het drinkwater).

5. WORMEN
We beperken ons tot de voornaamste soorten: Spoelwormen en haarwormen.

Spoelwormen
Spoelwormen komen voor in de dunne darm en zijn ongeveer drie centimeter lang.
Vrouwtjes kunnen duizenden eitjes leggen die alleen onder de microscoop waarneembaar zijn.

Eitjes moeten minstens 10 dagen rijpen om tot besmettingsgevaar te leiden.
Eitjes die worden opgepikt direct nadat ze zijn uitgescheiden (met de mest) doen dus geen kwaad en daarom zullen duiven zelden een besmetting in de manden op doen.

Hoe schadelijk spoelwormen zijn is afhankelijk van het aantal.
Een enkel wormpje heeft weinig om het lijf. Als dat er zo veel zijn dat de darmen verstopt raken kunnen duiven sterven.
Na een kuur is het soms schrikken. Veel duiven scheidden niets af, anderen trossen.
Duiven die redelijk zwaar besmet zijn raken nooit in vorm en daarom speel je het best op zeker: Geen wormpje dulden.
Besmette duiven hebben droge pluimen. Vermageren ze of krijgen ze diarree dan heb je de zaak te lang op haar beloop gelaten, was je niet opmerkzaam genoeg.

Haarwormen
Haarwormen zijn dun, klein en met het blote oog niet waarneembaar.
Maar dun en klein wil niet zeggen minder gevaarlijk, integendeel.
Probleem is dat je er heel moeilijk van af raakt omdat de eitjes overal en lang kunnen over leven. Denk aan gazons, goten enzovoorts.
De symptomen zijn hetzelfde als bij spoelwormen.
Vroeger was piperazine populair maar dat is achterhaald Het werkte perfect tegen spoelwormen maar niet tegen haarwormen, de schadelijkste. Tegenwoordig gebruikt men veel producten op basis van levamisole (zoals L Spartakon van Janssen).

Tegen wormen kuur je best alleen als duiven ook daadwerkelijk besmet zijn en de kuur dient na een drietal weken te worden herhaald omdat ze zich gemakkelijk herbesmetten.

Na de tweede kuur doe je er goed aan de duiven nogmaals te laten onderzoeken en na beide kuren moeten alle oppervlakten waar duiven mee in contact komen grondig worden gebrand. Wormen lijkt een minder groot probleem dan vroeger maar als je er mee opgezadeld zit (vooral haarwormen) kan je niet voorzichtig genoeg zijn. Bij voorkeur niet kuren tijdens de ruitijd.

6. PARAMYXO
Paramyxo stak in 1983 de kop op. Aanvankelijk trok het virus verwoestend door talloze duivenkolonies maar nu mag het geen punt meer zijn. Er kwam immers een ent verplichting en geënte duiven zijn ‘veilig’. Discussiepunt is wel hoe vaak moet worden geënt.
Jaarlijks zeggen de fabrikanten van de entstoffen, het ministerie heeft zelfs op het punt gestaan twee maal per jaar verplicht te laten enten.
Ik heb het idee dat de enting jaren ‘werkt’. De eerste enting mag geschieden als de duiven een week of zes oud zijn.
Is er paramyxo in de omgeving (sportgenoten die door onachtzaamheid niet hebben geënt) dan mogen jongen al een spuitje hebben als ze drie weken oud zijn.
Overigens kun je pas een week na enting gerust zijn.
Aanvankelijk uitte de ziekte zich door zenuwstoornissen, trillingen met de kop, door het hok zeilen, naast het voer pikken.
De laatste jaren zie je vooral erg waterige ontlasting wat tot acht weken kan duren.
Dat komt door de nieren. Bij 10 procent zouden die blijvend beschadigd zijn.
Een deel van de duiven kan genezen maar zoals gezegd neem je best geen risico en ent je op tijd. De nieuwste vaccins geven amper bij reacties.

7. PARATYFUS
Over paratyfus is al veel gezegd en geschreven. Het feit dat dierenartsen en zelfs wetenschappers er zo verschillend over denken is verwarrend voor de liefhebber.
Het komt veel voor en is zeer moeilijk volledig uit te roeien.
Men mag er gevoeglijk van uitgaan dat ook na een kuur nog salmonella zullen overleven die een voortdurende bron van besmetting vormen.
Zo’n 40 procent van de duiven zou besmet zijn maar als dat zelfs ‘maar’ 10 procent zou zijn maak ik me niet wijs dat al mijn duiven vrij zijn dus neem ik geen risico en wordt elk najaar gekuurd. Twee volle weken, of er symptomen zijn of niet.

Symptomen en behandeling.
Vooral slijmerige mest, afwijkend van kleur, is een aanwijzing dat je prijs hebt. De andere symptomen zijn bij velen maar al te goed bekend: Veel onbevruchte eieren, kleine jongen met de krop vol dood in het nest, slap aan voelen, hangende vleugel, moeilijk (scheef) vliegen, manke poot, (zachte) knobbel onder de vleugel, geen evenwicht, draaihals. De laatste zien we overigens steeds minder bij paratyfus. Bij draaihals is meestal sprake van paramyxo.

Overigens is het wel oppassen bij mestonderzoek. Het is best mogelijk dat in het lab geen salmonella worden waargenomen terwijl de onderzochte duif wel paratyfus heeft. Dat komt omdat die niet altijd salmonella uit scheidt.

Aangetaste kun je best verwijderen. Kostbare bewezen goede duiven kunnen behandeld worden maar volledige genezing is niet gegarandeerd.
Van de ‘darmvorm’ kunnen ze zo goed als volledig herstellen, zodanig dat ze weer gaan presteren en soms zelfs goed.
Zijn de problemen groot dan kan een gevoeligheidstest gedaan worden (antibiogram) dat aantoont welk medicijn het beste aanslaat.
Ook kun je een autovaccin aan laten maken.
Dat is een entstof die bereid is uit de paratyfus bacterie van de duif zelf.
Vroeger had je het steengoede Altabactine (chloramphenicol en furaltodone), dat is niet meer verkrijgbaar maar geen nood. Gespecialiseerde dierenartsen hebben tegenwoordig prima alternatieven.
Theraprim (trimethoprim) van de Belgische firma Oropharma is erg goed en ook Baytrill 10 % en Cosumix zijn zeer bruikbaar.
Baytrill een 10-tal dagen geven, 2 ml per dag.
In hardnekkige gevallen wordt door sommige dierenartsen geadviseerd eerst te kuren en nadien te enten maar omdat sommige wetenschappers daar anders over denken gaan we er niet op in.
Als je het doet in ieder geval een maand wachten met koppelen. Doe je dat niet dan loop je risico een hele kweek te zien mislukken.

AANDOENINGEN VAN DE LUCHTWEGEN
Die lijken zo oud als duivensport zelf. Vroeger sprak men over (droog en nat) snot, alles werd over een kam gegooid en dat doen velen nog.
Nu spreekt men van ornithose.
Maar zo simpel is het dus niet. Er kan sprake zijn van een bacteriologische infectie maar ook een virale of zelfs een combinatie.
Daarom treed je best niet op eigen houtje op bij problemen, je weet immers niet wat je bestrijdt.
Mycoplasma’s, herpes, coryza, chlamydia, het ‘ornithose-complex’ het kan van alles zijn. Er zijn nogal wat antibiotica voor handen die goed zijn maar dan moet je wel je probleem kennen. Namen noemen doe ik niet want hoe meer je er noemt hoe meer liefhebbers gaan uitproberen.
Wat je nodig hebt is een goed dierenarts die met duiven begaan is. Diens diagnose is vaak de juiste zodat gericht kan worden opgetreden.
Het beste is natuurlijk problemen te voorkomen door een goed onderkomen.

STREPTO COCCEN
Een ‘darmziekte’ veroorzaakt door een bacterie.
Het lijkt verdacht veel op paratyfus vanwege moeilijk vliegen, manken en slechte mest. Ook de spanning verdwijnt uit de lijfjes.
Hoe je met zekerheid weet of sprake is van strepto coccen?
Dat is erg moeilijk omdat zowat iedere duif drager is zoals dat ook met Coli het geval is. Een entstof is er niet.
Weer wil ik wijzen op het gevaar van zelf in actie te komen. Het lijkt dus erg op paratyfus maar medicijnen tegen paratyfus moet je in geval van strepto coccen juist niet gebruiken. Het heeft te maken met gram negatief en gram positief maar dat zou hier een te ingewikkeld verhaal worden.
Heel lang geleden hadden mijn duiven er mee te maken. Pas de vijfde dierenarts van dienst kwam daar achter. Kun je nagaan hoe gevaarlijk het is zelf op te treden.

Strepto coccen zou de laatste tijd een groter probleem zijn dan velen denken en vooral toeslaan bij overbevolking en/of op slecht verluchte hokken.

TOT SLOT

Besluiten we met te wijzen op iets zeer belangrijks. Als medicijnen oraal worden toegediend, bijvoorbeeld het opsteken van een tablet, moet de krop van de duif leeg zijn. Nog beter is die voordien te laten vasten zodat het preparaat bijna onmiddellijk in de maag komt. Bij de meeste tabletten is het tijdstip van desintegratie kritisch.
Dat geldt vooral voor Levamisole tabletten tegen wormen. Die mogen alleen worden toegediend aan duiven die enige tijd ‘gevast’ hebben. Het wekt braken op en dit is het ergst gebleken als de tablet in de krop blijft.
Tot zo ver deze zeer beknopte en onvolledige samenvatting van de voornaamste duivenkwalen. Na bovenstaande zou je bijna gaan denken dat je duiven wel aan erg veel gevaren bloot staan en het wel erg moeilijk is die gezond te houden.
Niets is minder waar.
Zorg eerst voor goede hokken en zet daarop van natuur gezonde duiven maar nooit zo veel dat die overbevolkt zijn.
Vervolgens moet je heel voorzichtig zijn met duiven bijhalen en dienen alle ziekelijke elementen een heel jaar door stelselmatig te worden verwijderd.
Dan is duiven gezond houden lang niet zo moeilijk al zou je inderdaad soms anders denken.