Ga direct naar de inhoud.

Jung Tauben Krankheit 2

Als vervolg op de aflevering van twee weken terug nog wat bemerkingen met betrekking tot Adeno/coli.

Toegegeven, veel is gejat van internet en uit wetenschappelijke lectuur.

Maar ik ben nu eenmaal geen wetenschapper en omdat zij niet staan te popelen om te schrijven en niet alle duivenliefhebbers internet hebben moet iemand in de pen klimmen als mensen vragen hebben.

VOORKOMEN

De meest gestelde vraag met betrekking tot ‘Adeno’ is ‘wat kan ik doen om dat voor te blijven en kan je het uberhaupt wel voor blijven?’

Bij deze vraagstelling wordt helaas te vaak gedacht aan antibiotica in de hoop daarmee de duiven te beschermen.

‘Helaas’ dus want… het kan niet genoeg benadrukt worden dat dit uitgesloten is.

Antibiotica werken alleen maar tegen de ziekteverwekkers die zich op het moment van toedienen in het lichaam bevinden.

Immuniteit opbouwen om uitbraken voor te blijven is onmogelijk.

Verder is het belangrijk te weten dat antibiotica ook bacteriën in het lichaam doden die de duif dringend nodig heeft.

Daarom ook dat men vaak adviseert na een kuur de darmflora te versterken of herstellen.

ENTEN

Zoals gezegd is er (nog) geen entstof tegen Adeno.

Enten kunnen en doen velen wel tegen pokken, paramyxo (uiteraard want dat is verplicht) en de laatste jaren ook paratyfus.

Na een enting tegen paratyfus zouden duiven minder vatbaar zijn voor adeno/coli ondervond een kwart van de ondervraagde liefhebbers in Duitsland.

Betreffende paratyfus hebben we een levende entstof (afgezwakte levende bacteriën) en een dode.

Bedoeling van enten is dat het lichaam afweerstoffen opbouwt.

De duiven meteen te lijf gaan met levende entstof wordt als gevaarlijk beschouwd.

De ziekte zou juist uit kunnen breken!

Voor een enting met levende entstof is een antibiotica kuur vooraf aangewezen terwijl bij enten met dode entstof zo’n kuur vooraf overbodig zou zijn.

De allerbeste methode zou zijn twee maal te enten met een interval van ongeveer een maand (tegen paratyfus dus).

Je kan, zoals gezegd, ook tegen pokken enten maar daarbij heb je geen 100 procent zekerheid.

Zo’n enting kan samen gebeuren met die tegen paramyxo hoewel ik dat niet aandurf.

Tegelijk ook nog eens enten tegen paratyfus wordt ten strengste afgeraden.

Tussen een enting tegen paramyxo (en of pokken) en paratyfus moet minstens een maand verschil zijn.

Het lijkt dat de wetenschap hier ondersteund wordt  door de praktijk (dat is wel eens anders) want ik heb al wat klaagzangen gehoord van mensen die tegen de drie ziektes TEGELIJK entten.

Verder is van belang dat, wanneer je ent, dat bij alle duiven tegelijk gebeurt.

Ook kwekers dus.

FACTOREN

Volgens 70 procent van de liefhebbers die met Adeno/coli te maken kregen is plotseling optredend warm weer een factor die bijdraagt tot een uitbraak.

Een bijna even groot percentage (67 %) meent dat er een samenhang is met de eerste vluchten.

Vooral een langer verblijf in de manden bij warm weer de eerste vluchten zou ‘dodelijk’ zijn voor gevoelige hokken.

Bijna de helft van de ondervraagde liefhebbers meent dat ze problemen kregen door aanvliegers maar wetenschappers hebben hierover grote twijfels.

Een kwart ondervond dat ze problemen kregen na een enting tegen paramyxo.

Sommige wetenschappers delen die opvatting en raden daarom aan jongen reeds vroeg, op een leeftijd van 6 tot 8 weken tegen paramyxo te enten, dus lang voor de eerste vluchten beginnen en de temperaturen de hoogte in vliegen.

TWEEDE RONDE

Interessant is ook dat in de winter gekweekte jongen veel minder vatbaar lijken dan die van de tweede ronde.

Maar als de eerste ronde (winterjongen) getroffen wordt sterven er weer meer.

Dat sterven gebeurt bijna steeds na langdurig ziek zijn, plotse sterfgevallen zijn eerder zeldzaam en bijna steeds het gevolg van ‘type 2’ waar ik eerder over schreef.

De overgrote meerderheid van de liefhebbers die problemen hebben met hun jongen hadden die ook eerder.

Bij mensen die voor het eerst Adeno/coli op bezoek kregen ligt het aantal duiven dat sterft dan weer hoger.

De vele middelen waarmee geadverteerd wordt om de ziekte voor te blijven blijken zonder uitzondering nutteloos.

De antibiotica die men van de dierenarts kreeg (tegen coli dus) blijkt in 69 % van de gevallen goed te werken.

Hier dient wel opgemerkt dat de ene dierenarts de andere niet is.

Ga je naar specialisten zoals de heren de Weerd en v d Sluis dan denk ik dat de kans op genezing nog groter is.

DIERENARTSEN

Door die namen te noemen wil ik overigens andere dierenartsen niet te kort doen.

Er zijn nog goede en nog meer slechte. Daarmee doel ik dan op het gebied van duiven.

Als je van die mensen van de veterinaire dienst op bezoek krijgt van wie je een  stempel nodig hebt om duiven uit te kunnen voeren naar landen als Canada dan zijn dat bijna zeker lui die amper het verschil kennen tussen een duif en een spreeuw. Ik heb me daar al vaak aan geërgerd. Je kan niet zonder ze maar als je het woord trichomonen gebruikt weten sommigen echt niet waar je het over hebt.

Heel frustrerend is dat.

EN NOG DIT

Merkwaardig is wat je over appelazijn kan lezen en horen.

Enkele jaren terug werd dat door zowat iedereen aangeraden, nadien werd het weggehoond en nu komen velen voorzichtig op hun schreden terug en zou het wel iets doen.

Mijn duiven hebben (afkloppen) weinig last van Adeno/coli. Mogelijk had het feit dat ik yoghurt en/of karnemelk gaf er mee te maken maar bewijzen kan ik dat niet.

Verder is de ‘jonge duivenziekte’ erg streekgebonden.

Men bedoelt dat in bepaalde dorpen/verenigingen veel liefhebbers veel problemen kennen terwijl andere regio er van gevrijwaard blijven.

Staat adeno/coli de laatste jaren het meest in de belangstelling dan wil dat niet zeggen dat het de meest voorkomende kwaal is.

Dat is namelijk nog altijd geel.

En weet U welke DUIVEN het meeste last hebben van geel?

Die op overvolle hokken. Zoals met adeno/coli dus.

TOT SLOT

En nu we het toch over te volle hokken hebben, als ik iets te vertellen had zou ik er naar streven het houden van of spelen met veel duiven te ontmoedigen.

Veel duiven verlaagt de prijzen van voer, vervoer en medicijnen, weet ik ook wel, maar die zaken wegen niet op tegen de argumenten om tegen te zijn.’

Er komen steeds minder liefhebbers die met steeds meer duiven spelen leren de uitslagen.

Omgekeerd zou beter zijn. 

Maar ik heb dus niets te vertellen.

‘Gelukkig maar’ hoor ik sommigen van U al zuchten.