Ga direct naar de inhoud.

Wel of niet dood (deel 2 en slot 2 nov)

HOFKENS

De slager uit Merksplas woonde op enkele kilometers van mij. En hij speelde meer dan voortreffelijk, dat moet gezegd. Van 70 tot 600 kilometer, van april tot oktober was hij in de 70-er jaren de te kloppen man. Hij werd nationaal gekend toen men veel geld zag staan achter zijn zwaar gepoulde duiven, hij werd een internationaal een legende nadat de niets en niemand ontziende Hein vond dat zijn tijd gekomen was.

Maar dat was lang nadat hij over zijn hoogtepunt heen was. De ster van Hofkens straalde in eigen streek vooral toen hij vitesse speelde. Maar vitesse schiet publicitair niet op.

Alleen de slimmeriken, mannen als Grondelaers, wisten hem toen te vinden en haalden er duiven die hen over heel de wereld beroemd zouden maken. Hofkens dankte zijn faam vooral aan de 'Eenoog', de 'Geschifte' en de 'Driebander'. De 'Eenoog' zou, zo lees je overal, 50 eerste prijzen gewonnen hebben. Flauwe kul natuurlijk.

Zoals er over Hofkens veel flauwe kul aan het papier is toevertrouwd. Ook over diens 'Geschifte'. Over hem en zijn nazaten die je overal ter wereld tegenkomt ga ik vertellen. Eens moet de leugen een halt worden toegeroepen.

 'DE GESCHIFTE'

Hij zou een zoon zijn van Hofkens zijn lievelingsduif, de Driebander gepaard met de Theeuwesduivin. ‘Twintig eerste prijzen gewonnen’ schrijft de een de ander na.

De waarheid? De vader van de Geschifte was niet 'de Drieban­der' de moeder niet de 'Theeuwesduivin' en hij won geen twintig eerste prijzen maar zeven. En die zijn nog aan­vechtbaar wat zal blijken. De echte herkomst van 'de Geschifte' (B-72-6311120) is als volgt: Vader was de 'Witpen Paenen' (B-69-6225818) van Jaak Paenen uit Berendrecht.

Moeder de B-69-6320035.

Dus niks 'Driebander en niks 'Theeuwesduivin'. De voornaamste prijzen van die 'wereldduif' heb ik ook.  

- St Denis       91 d - 3   Etampes     543 d - 3

- Etampes       160 d - 2   Melun         795 d - 3

- Dourdan       264 d - 2   St Denis     167 d - 4

- Melun         988 d - 7   Melun         463 d - 5

- Corbeil       515 d - 2   Orleans       819 d - 4

- Melun       1060 d - 5   Dourdan     1086 d - 4

- Melun         458 d - 4

 En die eerste prijzen dan?

Die werden gewonnen tegen 113 duiven, tegen 103 duiven, tegen 58 duiven enzovoorts. Ik vermeldde dubbelingen. Voor een goed begrip moet je weten hoe het in Belgie vaak werkt.

1 juli 1973: Etampes.

De 'Geschifte' won:

- 543 duiven - 3e

- 103 duiven - 1e

- 160 duiven - 2e

Drie kopprijzen dus maar allemaal van dezelfde vlucht! Die eerste prijs staat er inderdaad. Maar in 'groot verband' (tegen 543 duiven) was dat de 3e.

 TOCH EEN GOEDE

Toch was het een goede. Kampioenduif in HaFo Lier in 1973, 1974, 1975 en 1976. Hij won in zijn loopbaan ongeveer 33.000 gulden aan prijsgeld. Op de totale verkoop na de dood van Hofkens zou Rommen uit Dessel hem kopen voor 276.024 frank, bijna 15.000 gulden.

Nadien verhuisde hij naar Ver­bruggen en via hem naar Raoul Verstraete. Zijn eindbestemming zou Duitsland worden. Waarom al die transfers? De 'Geschifte' voldeed als kweker niet aan de hooggestelde verwachtingen. We zijn wat dieper op deze duif ingegaan omdat die zo beroemd is en er zo veel 'misver­standen' zijn. Nou ja 'misverstanden'. Wijlen Gust Hofkens had duiven als geen ander, daarover bestaat geen twijfel. Piet Verheyen uit Chaam deed er in de zestiger jaren inkopen, hij kruiste die met duiven van plaatsgenoot Vermeulen en was vertrokken, ergo hij zou de sterren van de hemel vliegen.

Die Vermeulen had destijds de beste duif die ik van nabij gekend heb, de in wijde omgeving legendarische '05'. Een duif die behekst leek en spotte met elke concurrentie. Dat mannen als Verheyen en Vermeulen nimmer die faam verwierven van een Gron­de­laers heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat ze niet in Belgie woonden. De vraag werpt zich echter op of hun duiven niet even goed waren als die van Grondelaers.

FIASCO

In 1972 en in 1973 heb ik voor Hofkens een publieke verkoping gehouden. Beiden flopten maar Hofkens maalde er niet om. Hij besefte niet dat je niet zonder publiciteit kan en weigerde daarvoor ook maar een frank te betalen. Ikzelf had het ook helemaal verkeerd gedaan. Ik had op een simpel stencil de duiven voorgesteld in de geest van:

 Koop 12. 'Vader de Blauwe van 68 gepaard met een geschelpte duivin die Hofkens haalde bij Nees. De vader vloog goed.'

En zeg nu zelf. Wie loopt voor zo'n aankondiging warm? Dat het even goed een superduif kan zijn is een ander verhaal. Toen Gust kwam te overlijden en hij de kleppers van weleer al lang niet meer had zouden anderen de publiciteit beter verzorgen.

Bij die geflopte verkopingen in Zaal Olympia in Baarle Nassau hebben sommigen zich trouwens voor enkele tientjes kampioen gekocht. Mij hebben ze ook geen windeieren gelegd. Ik was zo beschaamd toen de afrekening werd gemaakt dat ik de procenten die me toekwamen weigerde. Geef maar een koppel eieren van 'ouw goei' zei ik. Een grote fout zou blijken: Ik had er meer moeten vragen!

 VAN DEN HOEK

Arie van den Hoek is een soortgelijk verhaal. De verkoop van zijn duiven na diens overlijden werd ook een voltreffer. En op talloze hokken zaten nadien, blijkens advertenties, van den Hoekduiven. Die lagen goed in de markt. De voorkeur ging uit naar witte en ooievaars want 'die verer­ven gemakkelijk' wist een 'seller' te ver­tellen.

Omdat de duiven zo gewild waren 'herinnerden' zich plots ook heel wat Belgen dat hun witten en ooievaars wel eens van den Hoekduiven zouden kunnen zijn.

 VAN RHIJN KLOECK

Ook van Rhijn Kloeck past in dit verhaal. De tandem vloog jarenlang heel Union Antwerpen op een hoopje en hun duiven werden populair. Dat kon je weer zien in de kranten. Alleman had van Rhijn-Kloecksoort. En hoe harder de combinatie speelde hoe meer advertenties er verschenen waarin met hun 'ras' werd uitgepakt. Tot Jan tegenslag kreeg, hij minder begon te presteren en zijn ster verbleekte. Als bij toverslag verdwenen ook de advertenties met zijn ras. Want dat verkocht niet meer.

 MEULEMANS EN WEGGE

De laatste jaren pakken nogal wat mensen die amper prijs kunnen winnen maar graag verkopen uit met Meulemansduiven. Het zal wel zo zijn, maar, toeval of niet, het is wel mooi in een tijd die duiven gewild zijn. Hier en in het buitenland.

Enkele jaren terug gingen vooral de rode, de 'recessive reds' voor grof geld van de hand. Karel Meulemans, een brave vent, snapte er zelf ook weinig van. Maar hij leeft nog en hopelijk nog lang. Hofkens, van den Hoek, Jan Aarden en zo vele anderen leven niet meer en kunnen zich niet meer verweren.

En dat schrijft en verkoopt een stuk gemakkelijker. In Amerika adverteren ze nog de zuivere Weggeduiven. U hebt waarschijnlijk nooit van hem gehoord maar buiten Belgie is hij 'wereldberoemd'. Sommige Amerikanen gaan er prat op zijn ras nog zuiver te hebben. En dan te weten dat zijn duiven in 1903(!) werden verkocht. Ik ben nog in het bezit van het verkoopprogramma. De helft van zijn duiven had hij elders aangeschaft!

'ZUIVER EN ZUIVER.'

Met 'zuivere' Hofkens, 'zuivere' Wegges enzovoorts uitpakken is anderen en zichzelf voor de gek houden.

 Hofkens, Wegge en zo veel anderen hadden geen ras, geloofden niet in ras en hadden nimmer de bedoeling een ras te vormen.

Die meenden dat je de zo begeerde goede duif kweekt uit kruisingen blijkt uit de oorsprong van hun betere vliegers. Hofkens ging duiven halen waar hij dacht dat de goede zaten.

30 april 1977 is de totale Hofkenskolonie verkocht. Het ver­koopprogramma bestuderen is verhelderend, sterker nog, de schellen vallen je van de ogen. In die verkoop zaten talloze duiven die wel op Hofkens zijn hok zaten, maar... die hij elders had gehaald. Dus duiven gekweekt en geringd door andere liefhebbers. Met name Paenen, Smolderen, Keustermans, Houben, Wouters, Mariman Raey, van Dessel, Heylen, Andre Berte, Henri Gielen, Grondelaers, Tamsen, Louis van Gorp, van Rhijn Kloeck en nog enkele van onbekende oorsprong. Hofkensras? Lachwekkend toch? Hij bezat duiven van minstens 15 verschillen­de liefhebbers.

 Die werden w'l als 'rechtstreekse' verkocht en gekocht en hun nazaten zouden als 'zuiver' de geschiedenis in gaan.

Daarbij gaan we er van uit dat het verkoopprogramma correct was. De opstellers hadden namelijk geen eenvoudige taak want Gust was een slecht boekhouder en zijn overlij­den kwam totaal onverwacht. De namen 'traceren' die ik noemde was gemakkelijk. Hofkens zijn duiven droegen ringen van die lief­heb­bers!

 DE WERKELIJKHEID

Het moge duidelijk zijn dat veel 'Hofkensduiven' weinig met 'Hofkensras' van doen hebben. In de verkopingen zaten uiteraard ook duiven die Hofkens wel zelf had gekweekt. Maar die kwamen op hun beurt veelal weer uit ouders die hij elders had aangeschaft. Zo kon een duif die hij kweekte uit een doffer van Tamsen (Duitsland) en een duivin van van Dessel een 'zuivere Hofkens' worden. Met die namen die ik vermeldde, die lui waar Hofkens zijn duiven haalde, werd in het verkoopprogramma niet uitgepakt. Wel met Louis van Loon, Rene Maes, E Verhaert en de onvermijde­lijke Janssens.

Dus mensen die schermen met 'zuiver ras Hofkens' preten­deren duiven te bezitten die Hofkens zelf nooit had. Hij had het allemaal eens moeten weten. Hij zou mogelijk geschifter geworden zijn dan zijn eigen 'Geschif­te'. Ik heb dit alles zwart op wit. Over zijn beroemdste duif, de eerder vermelde 'Geschifte' nog het volgende: Gust heeft betere gehad. Maar die zijn NIET grootgeschreven.

 SLIM 

Natuurlijk zijn er liefhebbers die wel een soort eigen stammetje hebben. Bij Schellekens, Klak, Brugemann, van der Wegen en Braakhuis en nog enkele anderen zag ik duiven van hetzelfde type die veelal verwant waren. Maar zover ik weet is van hen Klak de enige die het bij de eigen soort houdt. Dienaangaande plaatste Antoon van der Wegen eens een rake opmerking. Hem werd op de man af gevraagd of in zijn duiven ander bloed zat. Handig ontweek hij een direct antwoord en repliceerde: 'Drinkt U wel eens koffie?' Het antwoord was bevesti­gend. Antoon verder: 'En doet U daar een scheutje melk bij?' Opnieuw werd geknikt. Van der Wegen weer: 'En wat drink je dan? Koffie toch?'

Wat hij bedoelde is duidelijk. Neem van me aan dat veel kampioenen hetzelfde doen. Die kruisen, niet in het wilde weg, maar ze kruisen. 'Ras' en 'zuiver' zijn wat mij betreft woorden die in onze sport amper waarde hebben.

 Het carrousel in het doldwaze circus dat duivensport soms is is toe aan meer nuchterheid wat betreft de rassenidioterie.

Zodat serieuze en achteloze liefheb­bers zich niet verslikken in de onzin en flagrante leugens waarmee makelaars in luchtkastelen uitpakken. Sommigen doen dat zo geraffineerd dat ze meer argeloze liefhebbers in hun netten vangen dan de doorsnee visser vis.

 KLEMMENDE VRAAG

Engelstalige kranten kan ik nog een beetje ontcijferen. Maar als ik zie wat voor onzin daarin staat, wat voor leugens ook, ben ik soms blij dat ik geen Chinees of Japans ken. Ik ging dieper in op Hofkens en zijn duiven omdat ik terzake een beetje geinformeerd ben. En omdat ik vrees dat anders straks niemand meer weet wie wat en wanneer verkeerd heeft gedaan.

 NIET NODIG

Een rockster die in een wolk van mysterie en onopgeloste raadsels plotseling van de aardbodem verdwijnt wordt plots razend boeiend. In duivensport lijkt het weinig anders.

Maar overlevers als Houben, Klak, Toye, Theelen, van der Wegen en anderen hebben bewezen dat het ook anders kan.

- Dat je niet in de fleur van je leven hoeft dood te gaan en je gerust aan boord kunt blijven en toch duiven kunt fokken die gewild zijn.

- Dat je niet noodzakelijk twee meter zand op je buik moet torsen om de status van mythe te bereiken.

Toen ik in mijn studententijd voor het eerst voor zo'n vaas van van Gogh stond dacht ik:

'Die vaas is slecht geschilderd of slecht gebakken.' En onmiddellijk daarna rees de vraag: Als van Gogh zijn oor nu eens niet had afgesneden, als hij niet was opgenomen in een gesticht, als hij geen zelfmoord had gepleegd en was blijven schilderen op een hoeve in Ulvenhout, was hij dan even beroemd geweest?

Maar van vazen en schilderen heb ik geen verstand.

En van duiven weinig....